• Druk op P5: nu verschijnt de tekst "DINSDAG PROG-1". Stel met toetsen P1 en P2 "OFF" of "ON" in.
• Druk op P5: nu verschijnt de tekst "WOENSDAG PROG-1". Stel met toetsen P1 en P2 "OFF" of "ON" in.
• Druk op P5: nu verschijnt de tekst "DONDERDA PROG-1". Stel met toetsen P1 en P2 "OFF" of "ON" in.
• Druk op P5: nu verschijnt de tekst "VRIJDAG PROG-1". Stel met toetsen P1 en P2 "OFF" of "ON" in.
• Druk op P5: nu verschijnt de tekst "ZATERDAG PROG-1". Stel met toetsen P1 en P2 "OFF" of "ON" in.
• Druk op P5: nu verschijnt de tekst "ZONDAG PROG-1". Stel met toetsen P1 en P2 "OFF" of "ON" in.
Ga nu verder door op toets P5 te drukken en alle vorige handelingen te herhalen voor Prog-2, Prog-3, Prog-4.
• Druk drie keer op toets P4 om het menu te verlaten.
13.15
INStELLING VENtILAtOREN
Druk op toets P3 in menu 1 "FAN ADJUST" waarna een menu ventilator Nr2 verschijnt.
Door op toets P1 te drukken, wordt ventilator Nr2 ingesteld.
Met de functie "A" worden de ventilatiegegevens geactiveerd die in de fabriek ingesteld waren. (Voorbeeld: op
vermogen 1 worden de van tevoren ingestelde toeren van vermogen 1 geactiveerd, op vermogen 2 worden
de van tevoren ingestelde toeren van vermogen 2 geactiveerd, enz...).
Met de functie "1" of "2" of "3" of "4" of "5" wordt de ventilator verplicht altijd op het geselecteerde vermogen te
draaien. (Voorbeeld: als "2" ingesteld wordt, zal de ventilator ook op vermogen 5 draaien alsof hij op vermogen
"2" stond, enz...).
"COMFORT MODE/SILENT" werkt alleen op vermogen 1 en is standaard niet actief.
Om de "COMFORT MODE/SILENT" te activeren, zet u het vermogen op P1 en stelt u de ventilator N2 in op "0".
Wanneer u het vermogen wijzigt (P2-P3-P4-P5), keert de ventilator terug naar de functie "A".
Als het vermogen op het maximum staat (vermogen 5) met de ventilatoren op het minimum
(vermogen 1), kan oververhitting van de kachel ontstaan en het alarm "THERMAL SAFETY"
in werking treden.
13.16
pELLEtS BIJVULLEN
Fig. 52 - Slechte opening de pelletszak
Vermijd het om de verzamelbak met pellets te vullen als de kachel in werking is.
• Breng de zak met brandstof niet in aanraking met de warme delen van de kachel.
• Giet geen brandstofresten (onverbrande kool) - het afval van inschakelingen in de vuurpot - in de voorraadbak.
13.17
AFStANDSBEDIENING
• De kachel kan bediend worden met de afstandsbediening.
• Voor de werking heeft men 1 batterij van het type Lithium battery CR 2025 nodig.
VEGA - SIRE
pLUS - DOGE
pLUS - SFERA
3
3
De gebruikte batterijen bevatten - voor de omgeving - schadelijke metalen en moeten dus in
speciale batterijbakken geëlimineerd worden.
- SFERA
pLUS - pRINCE
3
3
Fig. 53 - Correct opening de pelletszak
- pRINCE
pLUS - GLOBE - tREND - ELISE
3
3
NL
31
pLUS
3