13.4
StARtEN
uitgevoerd moet worden, dat controleert of alles volgens de van kracht zijnde normen geïnstalleerd is en dat
de werking controleert.
• Als in de verbrandingskamer boekjes, handleidingen enz..... aanwezig zijn, verwijder deze dan.
• Controleer of de deur goed gesloten is.
• Controleer of de stekker in het elektrische stopcontact gestoken is.
Wij herinneren u eraan dat de eerste inschakeling door gekwalificeerd en geautoriseerd technisch personeel
• Controleer voordat u de kachel inschakelt of de vuurpot schoon is.
• Om de kachel te starten, houdt u toets P4 enkele ogenblikken ingedrukt tot "START" en dan "WACHT
VOORVERW" getoond wordt: nu begint de voorverwarming van de inschakelweerstand. Na circa 2 minuten
wordt "LADEN PELLET, WACHTEN VLAM" getoond, begint de transportschroef de pellets te laden en wordt
de verwarming van de weerstand voortgezet. Wanneer de temperatuur voldoende hoog is (na circa 7-10
minuten), kan men de inschakeling als voltooid beschouwen en verschijnt "VLAM AANWEZIG" op het display.
• Na beëindiging van de fase "VLAM AANWEZIG" neemt de regeleenheid de modaliteit "ARBEID" aan en toont
het geselecteerde warmtevermogen en de omgevingstemperatuur. Het is in deze fase dat de toetsen P5 en
P6 het vermogen van de kachel van 1 tot 5 regelen.
• Als de waarde van de omgevingstemperatuur de limiet overschrijdt die met het toetsenbord bij set
temperatuur ingesteld is, wordt het warmtevermogen op het minimum gezet en wordt de tekst "ARBEID,
MODULE" getoond. Als de omgevingstemperatuur onder de ingestelde temperatuur daalt, keert de kachel
terug naar het ingestelde vermogen.
13.5
INStELLING kAChEL
De kachel is ingesteld op grond van de gegevens van het rookkanaal en van de gebruikte pellets, volgens
de technische kenmerken (zie kENMERkEN op pag. 45). Als de gegevens niet overeenstemmen kan de
geautoriseerde technicus de kachel in stellen.
Als de pellets klein zijn en het warmtevermogen groter is (bijvoorbeeld: door vuurpot met aanslag), verlaag dan
de val van de pellets in het menu "INSTELL VLAM", druk op P3 "TYPE PELLET", druk nog een keer op P3 "LADEN
PELLET" en verlaag met toets P2 de hoeveelheid pellets van -1 (gelijk aan -2%) tot -9 (gelijk aan -18%).
Als het rookkanaal een lagere trek heeft (bijvoorbeeld: door zwakke vlam, vuil glas), verhoog dan de toeren
van de rookgassenmotor in het menu "INSTELL VLAM", druk op P5 "TYPE SCHOUW", druk op P3 "ASP-RG SCHOUW"
en verhoog met toets P1 de toeren van de rookgassenaanzuiger van +1 (gelijk aan 5%) tot +9 (gelijk aan +30%).
Als het rookkanaal een grotere trek heeft (bijvoorbeeld: omdat pellets uit de vuurpot gehaald zijn), verlaag de
toeren van de rookgassenaanzuiger dan van -1 tot -9.
Let op of de waarde positief of negatief is.
13.6
GEEN ONtStEkING
Als de pellets niet ontstoken worden, wordt dit gesignaleerd door het alarm "GEEN ONTSTEK".
• Als de omgevingstemperatuur lager is dan 10°C is de bougie niet in staat de ontstekingsfase te activeren.
Om de bougie in deze fase te helpen, moet u nog wat pellets in de vuurpot doen en een stukje brandend
ontstekingsmateriaal op de pellets leggen (zoals bijvoorbeeld het Italiaanse product Diavolina).
• Teveel pellets in de vuurpot, of vochtige pellets, of een vuile vuurpot, maken het ontsteken moeilijk, veroorzaken
witte, dichte rook die schadelijk voor de gezondheid is en kunnen explosies in de verbrandingskamer tot
gevolg hebben. Men dient daarom tijdens de ontstekingsfase niet voor de kachel te blijven staan als witte,
dichte rook waargenomen wordt.
Als de vlam na enkele maanden zwak is en/of oranje van kleur, of als het glas de neiging
vertoont steeds erg zwart te worden, of de vuurpot de neiging vertoont een aanslag te
vormen, reinig dan de kachel, reinig de rookleiding en reinig het rookkanaal.
13.7
GEEN ENERGIE
• Na een black-out van de elektrische energie van minder dan 5 seconden, keert de kachel terug naar het
vermogen waarop hij ingesteld was.
• Na een black-out van de elektrische energie van meer dan 5 seconden, treedt de kachel de fase "WACHT
fasen (zie StARtEN op pag. 29).
13.8
SEt tEMpERAtUUR
• Om de omgevingstemperatuur te wijzigen, volstaat het op de toetsen P1 en P2 te drukken, al naargelang de
AFKOELEN" binnen. Na afloop van de koelfase gaat de kachel automatisch opnieuw van start met de diverse
gewenste temperatuur, en "SET TEMP RUIMTE" weer te geven.
• Druk één enkele keer op toets P1 om de ingestelde temperatuur te laten weergeven.
VEGA - SIRE
pLUS - DOGE
pLUS - SFERA
3
3
- SFERA
pLUS - pRINCE
- pRINCE
3
3
3
pLUS - GLOBE - tREND - ELISE
3
NL
29
pLUS
3