6. Klik op Save (Bewaar). Het watermerk wordt weergegeven in het vak List (Lijst).
Opmerking:
❏ Als u het opgeslagen tekstwatermerk wilt bewerken, selecteert u het in het vak List (Lijst) en volgt u
stap 4 t/m 6.
❏ Selecteer het opgeslagen tekstwatermerk in het vak List (Lijst) en klik op Delete (Verwijder) om het
te verwijderen. Klik vervolgens op OK om het dialoogvenster te sluiten.
7. Klik op OK.
Opmerking:
❏ U kunt maximaal 10 aangepaste watermerken registreren.
❏ De opgeslagen watermerken kunnen alleen worden gebruikt met de printerdriver waarvoor u ze hebt
opgeslagen. Zelfs als er meerdere printernamen zijn opgegeven voor een printerdriver, kunnen de
instellingen alleen worden gebruikt voor de printernaam die in gebruik was toen u de instellingen
opsloeg.
❏ Wanneer u de printer deelt in een netwerk, kunt u geen gebruikersgedefinieerd watermerk maken op de
client.
Voor gebruikers van Mac OS X
1. Open het dialoogvenster Print.
2. Selecteer Printer Settings (Printerinstellingen) in de vervolgkeuzelijst en klik op het tabblad
Basic Settings (Basisinstellingen).
3. Klik op de functie Stamp Function (Stempelfunctie).
AcuLaser M2000/M2010 Series
Gebruikershandleiding
Afdruktaken
49