6. Controleer of de gewenste printerpoort is geselecteerd en of de naam van uw printer wordt weergegeven.
Als dit niet het geval is, moet u de gewenste poort selecteren in de keuzelijst en de naam van uw printer
invoeren bij Printer Name (Printernaam). Geef met Yes (Ja) of No (Nr) aan of de printer de
standaardprinter moet worden. Klik nu op Next (Volgende).
7. U kunt nu beginnen met de installatie. Klik op Finish (Voltooien) om door te gaan.
8. Hiermee is de installatie voltooid. Klik op Exit to Windows (Afsluiten).
Na afloop van de installatie klikt u op Printer Properties (Printereigenschappen) om instellingen op
te geven.
Opmerking:
Als u de instellingen wilt wijzigen, kunt u de PCL6-printerdriver openen door te klikken op Document
Default (Bestandsstandaard).
De PCL6-printerdriver openen
U kunt de PCL6-printerdriverinstellingen wijzigen in de PCL6-printerdriver. Zie "De printerdriver openen"
op pagina 114 voor het openen van de printerdriver.
De printerdriver bijwerken
Wanneer u optionele producten installeert, moet u de printerdriver met de hand bijwerken.
1. Klik op het tabblad Printer van het dialoogvenster Properties (Eigenschappen).
2. Selecteer de optie die u hebt geïnstalleerd.
AcuLaser M2000/M2010 Series
Gebruikershandleiding
PCL6/PCL5-printerdriver
157