Hoofdstuk 8
Printersoftware (Macintosh)
De printerdriver gebruiken
De printerdriver is de software waarmee u de printer instelt voor het beste resultaat.
Opmerking:
❏ Raadpleeg de Help bij de printerdriver voor meer informatie over de beschikbare instellingen.
❏ De printerdriver moet opnieuw worden geïnstalleerd na een ingrijpende update van het
besturingssysteem, zoals van OS X 10.3 naar 10.4, maar dit is niet nodig bij kleinere updates, zoals van
10.3.1 naar 10.3.2.
De printerdriver openen
U kunt de printerdriver rechtstreeks openen vanuit een toepassing of vanuit Windows.
Mac OS X
Registreer de printer in Printer Setup Utility (Printerconfiguratie) (Mac OS X 10.3 en 10.4) of Print
Center (Afdrukbeheer) (Mac OS X 10.2) en klik op Print (Afdrukken) in het menu File (Archief) van
uw toepassing. Vervolgens selecteert u de printer.
Vanuit een toepassing
❏ Kies Page Setup (Pagina-instelling) in het menu File (Archief) van een toepassing om het dialoogvenster
Paper Setting (Papierinstelling) te openen.
❏ Kies Print (Afdrukken) in het menu File (Archief) van een toepassing om het tabblad Basic Settings
(Basisinstellingen) te openen.
Printerinstellingen wijzigen
U kunt de printerinstellingen wijzigen, zoals de papierbron, het afdrukmateriaal en de afdrukkwaliteit.
Open het afdrukvenster en selecteer Printer Settings (Printerinstellingen) in de vervolgkeuzelijst. Klik
vervolgens op het tabblad Basic Settings (Basisinstellingen).
AcuLaser M2000/M2010 Series
Printersoftware (Macintosh)
Gebruikershandleiding
137