Na keuze van het uitgangsvariabelen-nummer:
ANAL. NETW. UITGANG 1
Groepsadres EIB:
Hoofd/middel/ondergr.
1◄
1
Eenheid:
°C
Vergrot.factor:
waarde:
De opgave van de digitale netwerkuitgangen geschiedt vergelijkbaar. In plaats van de
eenheid, de weging en de waarde wordt de status (AAN/UIT) weergegeven.
Zendvoorwaarden (alleen CAN-BC/E)
In dit menu worden de voorwaarden voor het zenden van de uitgangsvariabelen vastgelegd.
Digitale netwerkuitgangen:
ZENDEN NETW.UITG.
DIGITAL UITG.: 1...16
Bij wijziging:
Blokk.tijd.:
Intervaltijd:
Analoge netwerkuitgangen:
ZENDEN NETW.UITGANG
DIG.UITGANG:
bij wijziging:
Blokkertijd:
Intervaltijd:
...
De zendvoorwaarden worden daarbij in 5 groepen ingedeeld:
digitale netwerkuitgangen 1-16
analoge netwerkuitgangen 1-4, 5-8, 9-12 en 13-16
Zendvoorwaarden:
Bij wijziging ja/nee:
Bij wijziging > 30:
Blokkadetijd 10 sec:
Intervaltijd 5 min:
12
Opgave van het EIB/KNX-adres
35
Keuze van de eenheid
Dit getal geeft een deler voor de waarde weer. In dit geval
wordt de waarde „234" als „23,4" aan de CAN-Bus verder
10
gegeven.
Weergave van de analoge waarde (zonder eenheid en
234
komma)
ja◄
10 sec
5 min
1...4
>
30◄
10 sec
5 min
Zenden van de melding bij een toestandswijziging
Bij een verandering van de actuele waarde ten opzicht van de
laatst gezonden van meer als 3,0 K wordt opnieuw verzonden (=
30, omdat getallen zonder komma overgedragen worden).
Wijzigt de waarde binnen 10 sec sinds de laatste overdracht met
meer als 30 wordt de waarde desondanks pas na 10 sec opnieuw
overgedragen.
De waarde wordt in ieder geval iedere 5 minuten overgedragen,
ook waanneer er sinds de laatste overdracht niet met meer als 30
gewijzigd is.