• Resolutie:
• Gegevens in EMF-indeling spoolen
4.
Klik op [Toepassen].
5.
Klik op [OK].
Opties instellen voor de fax
1.
Open het printervenster.
• Windows Vista, Windows Server 2008:
Klik in het menu [Start] op [Configuratiescherm] en klik vervolgens op [Printers] in de
categorie [Hardware en geluiden].
• Windows 7, Windows Server 2008 R2:
Klik in het menu [Start] op [Apparaten en printers].
• Windows 8.1, Windows Server 2012/2012 R2:
Klik op [Instellingen] op de pictogrambalk en klik op [Configuratiescherm]. Als het
dialoogvenster [Configuratiescherm] verschijnt, klik op [Apparaten en printers weergeven].
• Windows 10, Windows Server 2016:
Klik met de rechtermuisknop op de [Start]-knop op het bureaublad en klik vervolgens op
[Configuratiescherm]. Als het dialoogvenster [Configuratiescherm] verschijnt, klik op
[Apparaten en printers weergeven].
2.
Open het dialoogvenster met printereigenschappen.
• Windows Vista, Windows Server 2008:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram [LAN-Fax Generic] en vervolgens op
[Eigenschappen].
• Windows 7/8.1/10, Windows Server 2008 R2/2012/2012 R2/2016:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram [LAN-Fax Generic] en vervolgens op
[Printereigenschappen].
3.
Klik op het tabblad [Accessoires] en voer de instellingen in om opties te configureren.
4.
Vink de selectievakjes aan van de optionele modules die op het apparaat geïnstalleerd
zijn.
5.
Klik op [Toepassen].
De instellingen voor de configuratie van opties zijn aangepast.
6.
Klik op [OK].
Eigenschappen van het LAN-Fax-stuurprogramma instellen
59