2. Oorspronkelijke instellingen van het apparaat configureren
Procedure
Methode selecteren om verbinding te maken
2
Instellingen rechtstreekse verbinding
3
16
• Netwerk
Zoek naar een draadloos LAN en selecteer een router (toegangspunt) uit de
lijst.
Als u een router (toegangspunt) wilt selecteren die met een sleutelpictogram
wordt aangeduid, voert u het wachtwoord in dat voor de router
(toegangspunt) is opgegeven.
Druk op [Handmatige instelling] om de netwerkinstellingen zoals
[Netwerknaam], [Coderingsmethode] en [Wachtwoord] handmatig op te
geven.
• Druktoets
Gebruik de druktoetsmethode om verbinding met een router (toegangspunt)
te maken.
Houd de druktoets op een router (toegangspunt) ingedrukt tot er verbinding
met het apparaat is gemaakt.
• PIN-code
Gebruik de PIN-codemethode om verbinding met een router (toegangspunt)
te maken.
Voer de PIN-code die op het scherm van het apparaat wordt weergegeven,
in op een router (toegangspunt).
• Actief
Selecteer [Actief] om een smartphone/tablet via een draadloos LAN toe te
staan verbinding met het apparaat te maken om de apparaatfuncties te
bedienen en te gebruiken.
• Inactief
Selecteer [Inactief] om smartphones/tablets te verbieden verbinding met het
apparaat te maken.
• Als u deze functie wilt gebruiken, installeert u via Google Play of de App
Store RICOH Smart Device Connector op de smartphone/tablet.
Beschrijving