De poort opgeven tijdens de installatie van het LAN-faxstuurprogramma
Als u een poort wilt opgeven die anders is dan die van het printerstuurprogramma tijdens de installatie
van het LAN-faxstuurprogramma, raadpleeg dan de installatieprocedure van het
printerstuurprogramma voor details.
Op punten waarop de procedure of beschrijving verschilt, afhankelijk van welk stuurprogramma
geïnstalleerd wordt, vervangt u de bijbehorende procedure of beschrijving en installeert u het
stuurprogramma.
Installatieprocedures
Pag. 34 "De Standaard TCP/IP-poort gebruiken"
Pag. 35 "De IPP-poort gebruiken"
Pag. 36 "De LPR-poort gebruiken"
Lijst met te vervangen items
Nr.
Te vervangen items
1
De naam van de toets
waarmee u de
installatieprocedure start
2
De procedures in het
dialoogvenster [Installeer
printerstuurprogramma]
3
De map waarin de
stuurprogrammabestande
n worden opgeslagen
Procedure/beschrijving
van het
printerstuurprogramma
Klik op [PCL-
printerstuurprogramma] of
[PostScript 3-
printerstuurprogramma].
Vink het selectievakje van
het apparaatmodel dat u
wilt gebruiken aan.
De map wordt benoemd in
de beschrijving.
Installatie van het LAN-Fax-stuurprogramma
Overeenkomstige te
vervangen items
1, 2
3
1, 2
Procedure/beschrijving van het
LAN-Fax-stuurprogramma
Klik op [LAN-Fax-stuurprogramma].
Selecteer [Printernaam <LAN-Fax
Generic>].
Het LAN-faxstuurprogramma wordt
in de volgende map geïnstalleerd:
• 32-bits stuurprogramma
X86\DRIVERS\LAN-FAX
\X86\DISK1
• 64-bits stuurprogramma
X64\DRIVERS\LAN-FAX
\X64\DISK1
49