Opstelinstructies
Gebruik geen warmteproducerende
toestellen op het toestel, zoals een
mini-oven, een kooktoestel met twee
kookzones of een broodrooster. Het
toestel kan in brand vliegen. Gevaar
voor brand!
Dit toestel mag niet onmiddellijk
naast ("side-by-side") een ander mo-
del worden opgesteld!
Omdat het toestel niet met een zij-
wandverwarming uitgerust is, kan er
bij een "side-by-side"-opstelling con-
denswater ontstaan!
Vraag meer informatie bij uw Miele-
-handelaar.
Opstelplaats
Kies geen plaats direct naast een for-
nuis, een verwarming of in de omge-
ving van een venster met directe inval
van zonnestralen. Hoe hoger de omge-
vingstemperatuur, hoe langer de com-
pressor moet werken, waardoor er
meer stroom wordt verbruikt.
Een droge, ventileerbare ruimte is ge-
schikt.
Neem de volgende opmerkingen in
acht bij het opstellen van het toestel:
– Het stopcontact moet gemakkelijk
toegankelijk zijn in geval van nood.
Het mag zich dus niet achter het toe-
stel bevinden.
– De stekker en de aansluitkabel van
het toestel mogen niet de achterzijde
van het toestel raken. Anders kunnen
deze beschadigd raken door tril-
lingen van het toestel.
40
– Ook andere toestellen mogen niet
worden aangesloten op
stopcontacten die zich bevinden
achter het toestel.
Belangrijk! Bij een hoge luchtvoch-
tigheid kan het vocht condenseren
en zich afzetten op de
buitenoppervlakken van het toestel.
Dat condenswater kan leiden tot cor-
rosie van de buitenwanden van het
toestel.
Om dat te voorkomen, is het aanbe-
volen het toestel op te stellen in een
ruimte die droog is en/of airco heeft.
Controleer na het opstellen dat de
toesteldeur goed sluit, dat de
luchttoevoer- en luchtafvoerope-
ningen niet afgedekt zijn en dat het
toestel werd opgesteld zoals be-
schreven.
Klimaatklasse
Het toestel is geconstrueerd voor een
bepaalde klimaatklasse. Een klimaat-
klasse is een kamertemperatuurbereik
waarbinnen de temperatuur zich moet
bewegen en waar deze niet boven of
onder mag liggen. De klimaatklasse is
vermeld op het typeplaatje aan de bin-
nenzijde van het toestel.
Klimaatklasse
SN
N
ST
T
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt. Dit kan tot hogere
temperaturen in het toestel leiden.
Kamertemperatuur
van +10 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +38 °C
van +16 °C tot +43 °C