Monitoring van de be-
drijfstoestand
Overspanning!
Beschadiging van de motor door een verkeerd ingesteld spanningsbereik.
Voor het inschakelen van de pomp moet het ingestelde spanningsbereik worden ge-
controleerd.
Het spanningsbereik mag uitsluitend worden omgeschakeld als de pomp is afge-
schakeld.
De omschakeling tussen de beide spanningsbereiken verloopt via een spanningskeuze-
schakelaar onder de aansluitplaat. In de fabriek is 200 ... 240 V AC ingesteld.
Fig. 6:
Spanningsbereik omschakelen
Pomp spanningsvrij maken
Aansluitplaat verwijderen en spanningskeuzeschakelaar "S" op het gewenste span-
ningsbereik instellen.
Ter bewaking van de pompcomponenten is de pomp met de volgende functies uitgerust:
● Bewaking van de temperatuur van de elektronica
– Reset via kortstondig verwijderen van de remote-stekker of door het afscheiden
van het stroomnet ("uit/aan").
● Bewaking van de interne motortemperatuur
– Reset via kortstondig verwijderen van de remote-stekker of door het afscheiden
van het stroomnet ("uit/aan"); nadat de pomp is afgekoeld.
● Overspaningsbeveiliging van de elektronica
– Reset via kortstondig verwijderen van de remote-stekker of door het afscheiden
van het stroomnet ("uit/aan").
LET OP
240
S
120
Installatie
S
spanningskeuzeschakelaar
13