Installatie
Netaansluiting tot
stand brengen
Spanningsbereik om-
schakelen
12
Gevaar door onveilige elektrische installaties
Het veilige bedrijf volgens de installatievoorschriften is de verantwoordelijkheid van de
exploitant. De pomp en de elektrische uitrusting beschikken niet over een inschakelb-
lokkering/blokkeringsetikettering noch over een nooduitschakeling.
Zorg voor de veilige integratie in een veiligheids-/nooduitschakelingscircuit.
– Wanneer een nood-/uitschakelingsituatie optreedt moet de spanningsvoeding on-
middellijk worden onderbroken.
Neem contact op met Pfeiffer Vacuum voor speciale vereisten.
Overspanning!
Gevaar voor vernietiging van de motor.
De elektrische aansluiting moet in overeenstemming met de plaatselijke voorschrif-
ten worden uitgevoerd en moet overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje.
Voor bescherming van de motor en de voedingskabels bij storing een geschikte stro-
omonderbreker voorzien.
Toegestane ingangsspanning:
● 100 ... 120 V AC (± 10 %)
● 200 ... 240 V AC (± 10 %)
1
nulleider
2
Fase L1
3
niet aangesloten
1
4
4
Aardingsleiding, PE
3
2
Fig. 5:
Pinbezetting stroomstekker; type: Harting Han 3A
De correcte draairichting van de pomp wordt automatisch door de aandrijfelektronica ge-
garandeerd.
Beveiliging op installatieplaats
De motor volgens de regionale geldende voorschriften beveiligen tegen storingen.
– Trage zekering gebruiken.
L1
F 1
N
PE
02
04
Vóór elke installatie of verandering van locatie van de pomp de aanwezige netspan-
ning ter plaatse vaststellen.
WAARSCHUWING
LET OP
De maximaal optredende stroom is:
● 100 - 120 V: 16,5 A
● 200 - 240 V: 7,6 A
01