26
•
Steekplaat
Met de naadgeleidingslijnen op de steekplaat en het afdekklepje
van de grijper kunt u gemakkelijk meten hoeveel extra stof voor
de naad nodig is. Met cijfers op de steekplaat wordt de afstand
tussen de middelste naaldpositie
ven.
Middelste naaldpositie
Stofrand
10
15
30
40
Getal
Afstand
1,0
1,5
3,0
4,0
(cm)
Afstand
—
—
—
—
(inch)
De voorste naadgeleiders
tie met
1/8˝, 3/8˝ en 5/8˝ gemarkeerd.
Voorste naadgeleiders
•
Steeklengte aanpassen
Druk op de cursortoetsen
waarde voor de steeklengte "2,4"
stelling).
Druk op de toets
om een kleinere steeklengte in te stellen.
Druk op de toets
om een grotere steeklengte in te stellen.
U kunt een steeklengte tussen 0,0 en 5,0 instellen.
Cursor
Steeklengte (2,4)
OPMERKING:
Voor achteruitnaaien kunt u de steeklengte maximaal op
4,0 instellen.
•
Naaldpositie aanpassen
De naaldpositie kan voor de rechte steekpatronen 01 t/m 03, 07,
14, 35 en 36 worden aangepast.
Druk op de cursortoetsen
waarde voor de steekbreedte "3,5" te plaatsen (standaardinstel-
ling).
Druk op de toets
om de naald naar links
Druk op de toets
om de naald naar rechts te verplaatsen
Cursor
Links (0,0)
Midden (3,5)
Rechts (7,0)
en de stofrand
aangege-
3/8
1/2
5/8
1
1 1/2
—
—
—
—
—
3/8
1/2
5/8
1
1 1/2
zijn vanuit de middelste naaldposi-
om de cursor
onder de
te plaatsen (standaardin-
om de cursor
onder de
te verplaatsen.
.