Werking
6.2 Regeneratiezout bijvullen
Mogelijk beschadigingsgevaar van de waterontharder
Chemicaliën zoals bijv. reinigingsmiddel of naglansmiddel leiden onvermijdelijk tot schade
aan de waterontharder. Gebruik uitsluitend regeneratiezout of zuiver ingedampt zout.
Voorzichtig
Mogelijk werkingsstoornis van de waterontharder
Vul geen andere zoutsoorten (bijv. tafelzout of strooizout) bij. Deze kunnen niet-
wateroplosbare bestanddelen bevatten. Gebruik uitsluitend fijnkorrelig zout (korrelgrootte
van max. 0,4-7 mm).
INFO
Zouttabletten zijn niet geschikt.
Ga te werk volgens afbeeldingen B1 tot B5.
BELANGRIJK
Afbeelding B2 is alleen voor de eerste vulbeurt relevant.
Gevaar voor roestvorming in de vulzone
Voer na het bijvullen direct een vaatwasprogramma uit om eventuele nog aanwezige zoutres-
ten weg te spoelen.
Voorzichtig
7
Werking
7.1 Vóór het inschakelen van de machine
Mogelijk beschadigingsgevaar door het aanzuigen van bijv. bestekdelen
De pompinlaatzeef beschermt de circulatiepomp en de afvoerpomp. Gebruik de machine al-
leen wanneer de pompinlaatzeef is geplaatst.
Voorzichtig
7.2 Machine inschakelen en bedrijfsgereed maken
Druk op de aan/uit-toets.
De display brandt rood.
Zodra de machine bedrijfsgereed is, brandt de display groen.
8
Draai de waterkraan open.
Schakel de hoofdschakelaar in.
Test voor uw eigen veiligheid de aardlekschakelaar van de
klant.
Open de kap.
Verwijder de zeefkorf (1).
Controleer of de pompinlaatzeef (2) is geplaatst.
Plaats de zeefkorf (1) weer.
Controleer of de wasvelden (boven en onder) zijn ge-
plaatst en correct zijn vastgeklikt.
Sluit de kap.
Controleer of er voldoende reinigingsmiddel en naglans-
middel in de reservoirs zit. Vervang de reservoirs op tijd
om te vermijden dat het wasresultaat negatief wordt beïn-
vloed.