5. Onderhoud en reparatie
D
G
1
H
Machine alleen in ge-
W
bruik nemen wanneer
alle bescherminrichtingen en
veiligheidsvoorzieningen zich
in beschermende positie
bevinden en goed functio-
neren!
5.12 V-snaarspanning voor
Rijaandrijving
l De onderste afdekplaat (D/5) eraf nemen
l De moeren losdraaien (D/2)
l De V-snaar voor de rijaandrijving (D/9) met
behulp van de moer (D/3) zodanig opspannen
dat de V-snaar nog ongeveer 10 – 15 mm kan
doorgeduwd worden en de V-snaar voor de
maaiaandrijving (D/8) los blijft
l Moeren (D/2) weer vastdraaien
l Afdekplaat (D/5) weer aanbrengen
De V-snaar niet opspannen als de
I
moeren (D/2) niet losgedraaid zijn!
5.13 Schakeling voor rijaandrijving
l De instelling moet zodanig gebeuren dat de
8 mm
machine niet achteruit kan rijden als de rij-
aandrijving ingeschakeld is.
2
l De instelling gebeurt met behulp van de stel-
schroef van de bowdenkabel (H/2) en de stel-
schroef aan de koppelingshendel (A/2).
5.14 Schakeling voor
maaiaandrijving
Regelmatig de instelling van de spanrol voor
de maaiaandrijving controleren
l De plastieken afdekplaat vooraan (A/7) van
de struikmaaier nemen.
Œ
De bovenkant van de spanrol (G/1) moet
ongeveer 8 mm onder het bovenste niveau van
de behuizing liggen, indien niet, bijregelen door
mechanische buiging.
•
Indien de koppelingshendel voor de maai-
aandrijving (A/1) volledig ingedrukt is, dient de
spanrol (G/1) de V-snaar (D/8) voldoende op te
spannen - de veer aan de trekkabel dient onge-
veer 2 mm in verhouding tot de losse toestand te
worden voorgespannen - de trilling van de rol dient
met behulp van de stelschroef van de bowdenka-
bel (H/1) en de stelschroef aan de koppelingshen-
del (A/2) te worden verholpen.
l De plastieken afdekplaat vooraan (A/7) op-
nieuw aanbrengen.
agria Struikmaaier 8000
5
31