4. Ingebruikname en bediening
Œ
•
Ž
max
•
2.
1.
•
0
Œ
0
•
Ž
4.6 Maaien
Œ
Motor starten zoals beschreven onder 'motor
starten'
•
Gehoorbescherming en veiligheidsbril gebrui-
ken en draag altijd stevige schoenen
Ž
Toerentalhendel (A/3) in positie "max" zetten
•
Maaiaandrijving inschakelen
1. Blokkeerbeugel indrukken
2. Trekken aan de koppelingshendel (A/1) op het
handvat:
Langzaam aan de hendel trekken tot twee derden
van de hefhoogte, zodat de maairotor voldoende tijd
heeft om te beginnen draaien en zodat de motor niet
stilvalt. Het starten van de maairotor gaat gedeelte-
lijk gepaard met het schuiven van de V-snaar en het
daarmee verbonden geluid.
Zodra de maairotor in beweging gezet wordt, de
koppelingshendel volledig tegen het handvat
trekken.
B e w g u n g g e s e t z t i s t
•
Rijaandrijving inschakelen
l Trekken aan de koppelingshendel (A/2) op het
handvat:.
Wanneer met de maaier gekeerd of achteruit
I
gereden wordt, is het niet nodig de maai-
aandrijving uit te schakelen, om de energie van de
draaiende rotoren niet onnodig te verspillen.
4.7 Stoppen
Œ
Maaiaandrijving en rijaandrijving uitschakelen
l De twee koppelingshendels loslaten (A/1 en A/2)
•
Toerentalhendel (A/3) in positie "min" zetten
Na het beëindigen van de maaiwerkzaam-
I
heden of als de maaimachine verstopt is:
Rijaandrijving uitschakelen- de maaier blijft staan, de
maairotor blijft echter in beweging en snijdt zich vrij,
vervolgens de maaiaandrijving uitschakelen
Ž
Motor afzetten
agria Struikmaaier 8000
4
25