5. Onderhoud en reparatie
Behalve het opvolgen van de bedieningsvoorschriften is het bovendien van groot be-
lang dat u aandacht besteed aan de volgende aanwijzingen omtrent onderhoud en
reparatie.
5.1 Motor
Onderhoud en reparatie bij de motor
5.2 Reinigen van het
luchtrooster
Na langer gebruik kan het koelsysteem
door vuil verstopt raken. Ter vermijding
van oververhitting en motorschade:
l Reinig het luchtrooster (B/3) regelma-
tig om oververhitting en schade aan de
motor te voorkomen. Controleer het
5
5 5
rooster voor iedere ingebruikname.
5.3 Luchtkoelsysteem
Inwendige koelribben en vlakken ten-
minste iedere 100 bedrijfsuren (bij
sterke stofvorming eerder), of ten laat-
ste op het einde van het seizoen, reini-
gen. Daartoe het ventilatorhuis (B/12)
eraf nemen.
Serviceç
De geluidsdemper van de motor
W
wordt tijdens de werkzaam-
heden zeer heet
– geluidsdemper niet aanraken!
28
Let op: voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen
uit met een afgezette motor en wanneer de bougiekap verwij-
derd is!
Draag bij werkzaamheden aan
hand-schoenen!
è
agria Struikmaaier 8000
de maaimessen
5.4 Uitlaat
Omgeving van de uitlaat (B/9) regelma-
tig schoonmaken. Haal gras, vuil en
brandbare dingen weg.
- Brandgevaar! Voor iedere
W
inbedrijfname controleren.
Opgelet met de hete onderdelen van
de motor!
De uitlaatdemper en andere motor-
onderdelen zijn zeer heet terwijl de mo-
tor draait en onmiddellijk na het afzet-
ten. Houd voldoende afstand van hete
oppervlakken en houd kinderen uit de
buurt van de draaiende motor.
5.5 Toerentalbediening
De toerentalbediening moet op de juiste
-
manier zijn ingesteld. De motor moet
met juist toerental gestart worden, func-
tioneren en worden afgezet.
è
- Serviceç
altijd veiligheids-