INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN
IPsec-instellingen
IPsec kan worden gebruikt voor verzending/ontvangst van gegevens in een netwerk.
Wanneer IPsec wordt gebruikt, kunnen gegevens veilig worden verzonden en ontvangen zonder dat instellingen voor
IP-pakketversleuteling hoeven te worden geconfigureerd in een webbrowser of in een andere applicatie op een hoger
niveau.
Houd bij het inschakelen van deze instellingen rekening met het volgende.
• Het kan enige tijd duren voordat de apparaatinstellingen zijn doorgevoerd; gedurende die tijd kunt u geen verbinding
maken met het apparaat.
• Als de instellingen van de instellingsmodus (webversie) niet correct zijn geselecteerd, wordt verbinding met het
apparaat, afdrukken, scannen of weergave van de instellingsmodus (webversie) mogelijk geblokkeerd. Maak deze
instelling in dat geval ongedaan en wijzig de systeeminstellingen (op webpagina's).
Voorwaarde- Instellingen
IPsec-instellingen
Stelt in of IPsec moet worden gebruikt voor transmissie.
Standaard fabrieksinstellingen: Uitschakelen
IKEv1-instellingen
Vooraf gedeelde sleutel
Voer de Vooraf gedeelde sleutel voor IKEv1 in.
SA-levensduur (tijd)
Stel de SA-levensduur in.
Standaard fabrieksinstellingen: 28800 seconden
SA-levensduur (grootte)
Stel de SA-levensduurgrootte in.
Standaard fabrieksinstellingen: 28800 KB
IKE-levensduur
Stel de IKE-levensduur in.
Standaard fabrieksinstellingen: 30 seconden
IPsec-regels
De geregistreerde IPsec-regels worden weergegeven.
Als u een nieuwe regel wilt toevoegen, klikt u op de knop [Toevoegen].
Als u een regel wilt verwijderen, selecteert u de regel die u wilt verwijderen en klikt u op de knop [Verwijderen].
Registratie IPsec-regels
Regelnaam
Voer een naam in voor de IPsec-regel.
Prioriteit
Stel het prioriteitsniveau in.
Standaard fabrieksinstellingen:1
Selecteer de regelnaam voor het registratiemodel
Als er al een regel bestaat die lijkt op de regel die u wilt maken, kunt u op basis van de oude regel een nieuwe regel
maken.
Apparaatadres
Stel het type IP-adres in dat op het apparaat moet worden gebruikt en het poortnummer (voor IPv6 geeft u het
poortnummer en de prefixlengte op).
Clientadres
Stel het type IP-adres voor de bestemming in en het poortnummer (voor IPv6 geeft u het poortnummer en de
prefixlengte op).
9-213