Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Authenticatie-Instellingen; Standaard- Instellingen; Gebruikersauthenticatie; Standaardinstelling Netwerkauthenticatieserver - Sharp BP-50C26 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor BP-50C26:
Inhoudsopgave

Advertenties

INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN

Authenticatie-instellingen

Standaard- instellingen

Dit gedeelte beschrijft de instellingen in [Systeeminstellingen] → [Authenticatie-instellingen] → [Standaard- instellingen]
in "Instellingen (beheerder)".

Gebruikersauthenticatie

Met deze instelling kunt u gebruikersauthenticatie in- of uitschakelen en de authenticatiemethode opgeven.
Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, wordt elke gebruiker van het apparaat geregistreerd. Wanneer een
gebruiker zich aanmeldt, worden de bijbehorende authenticatie-instellingen op die gebruiker toegepast. Deze functie
biedt meer controle over de beveiliging en het kostenbeheer dan op eerdere apparaten.
Zelfs als de gebruikersinformatie niet op het apparaat is opgeslagen, kunt u de gebruikersinformatie die op een
LDAP-server is opgeslagen zo nodig rechtstreeks op het apparaat invoeren. In dit geval wordt de
authenticatie-informatie van de 'Gebruiker' die als fabrieksinstelling is opgeslagen toegepast op de aangemelde
gebruiker. Zie
"Als fabrieksinstelling opgeslagen gebruikers (pagina
Standaard fabrieksinstellingen: Uitschakelen
• Zie
'Gebruikerslijst (pagina
• Zie
'GEBRUIKERSAUTHENTICATIE (pagina
gebruikersauthenticatie is ingeschakeld.
Gebruikersauthenticatie
Als [Gebruikersauthenticatie] is ingeschakeld, wordt het authenticatiescherm weergegeven voordat een handeling wordt
uitgevoerd in een modus, behalve het opdrachtstatusscherm*.
Meld u aan als een reeds geregistreerde gebruiker.
Nadat u zich hebt aangemeld, kunt u binnen alle modi navigeren.
* Het aanmeldscherm wordt weergegeven als een documentarchiveringsbestand wordt gebruikt of als opnieuw wordt geprobeerd een distributiever-
zending uit te voeren vanuit het opdrachtstatusscherm.
Authenticatie-instellingen
Stel de locatie in waar de gebruikersauthenticatie moet worden ingeschakeld.
Lokaal aanmelden: Gebruikersauthenticatie wordt uitgevoerd op dit apparaat.
LDAP: Gebruikersauthenticatie door de LDAP-server.
Active Directory: Gebruikersauthenticatie door Active Directory.
Sharp OSA: Authenticatie van de gebruiker met behulp van de Sharp OSA-applicatie.
Standaard fabrieksinstellingen: Lokaal aanmelden

Standaardinstelling netwerkauthenticatieserver

Gebruik deze instelling om de standaardnetwerkauthenticatieserver in te stellen.
Wanneer u zich aanmeldt in de instellingsmodus (webversie) of een afdrukopdracht naar het apparaat verzendt met
gebruikersinformatie die niet in het apparaat is geregistreerd, is de authenticatieserver niet bekend.
Deze instelling wordt gebruikt om een van de LDAP-servers die in het apparaat zijn geregistreerd te selecteren als
authenticatieserver.
Als de aanmelding gebeurt via netwerkauthenticatie met gebruikersinformatie die niet in het apparaat is geregistreerd, is de
aangemelde gebruiker de 'Gebruiker' die als fabrieksinstelling is geregistreerd. Zie
gebruikers (pagina
9-47)" voor meer informatie.
9-46)' voor informatie over het opslaan van gebruikers.
8-15)' voor informatie over de aanmeldprocedures als de
9-139
9-47)" voor meer informatie.
"Als fabrieksinstelling opgeslagen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave