INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN
Lade-instelling uitschakelen
Deze instelling wordt gebruikt om lade-instellingen te blokkeren (met uitzondering van de instellingen voor de
doorvoerlade).
Standaard fabrieksinstellingen: Uitschakelen
Uitschakelen van afwerkeenheid
Met deze instelling kunt u het gebruik van de afwerkingseenheid of zadelsteek-afwerkingseenheid blokkeren,
bijvoorbeeld wanneer deze niet goed functioneert.
Standaard fabrieksinstellingen: Uitschakelen
Uitschakelen vouw-unit
Dit wordt gebruikt wanneer het gebruik van de papiervouweenheid geblokkeerd is of wanneer er een storing is.
Standaard fabrieksinstellingen: Uitschakelen
Statusindicatorinstell.
Instelling informatie-indicator
Stel de werking van de informatie-indicator in. Zie
Standaard fabrieksinstellingen: Patroon 1
Instelling voor data-indicator
• Informatielampje zal knipperen wanneer gegevens zijn ontvangen.
Stel in of het informatielampje moet knipperen wanneer er faxgegevens zijn ontvangen .
Standaard fabrieksinstellingen: Inschakelen
• Geef prioriteit aan de indicatorweergave van ontvangen gegevens boven de foutindicatorweergave
Als er ontvangen faxgegevens zijn, geef dan voorrang aan de foutweergave.
Standaard fabrieksinstellingen: Uitschakelen
Instelling voor foutlampje
Stelt de werking van het foutlampje in. Zie
Standaard fabrieksinstellingen: Lampje & Knippering
Gebruik communicatieindicator
Stel in of het informatielampje moet worden gebruikt. Zelfs als deze instelling is uitgeschakeld, zullen faxen nog steeds
ontvangen worden en zullen fouten branden / knipperen.
Standaard fabrieksinstellingen: Inschakelen
Documentinvoer indicatorinstellingen
(BP-55C26/BP-70C31/BP-70C36/BP-70C45/BP-70C55/BP-70C65)
Gebruik het detectielicht voor de documentinvoer
Stel in of de lampje documentinstelling op de automatische documentinvoereenheid gebruikt moet worden.
Standaard fabrieksinstellingen: Inschakelen
Gebruik waarschuwingsindicatie om achtergelaten origineel aan te geven
Stel in of het lampje voor het voorkomen dat het document wordt verwijderd op de automatische
documentinvoereenheid gebruikt moet worden.
Standaard fabrieksinstellingen: Inschakelen
Instellingen Printeridentificatie
Voer een naam of code in om het apparaat te herkennen.
"INFORMATIE-INDICATOR (pagina
"INFORMATIE-INDICATOR (pagina
9-166
1-11)" voor alle instellingen.
1-11)" voor alle instellingen.