5
Transport zonder trekker
5.1
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Vóór het transport van de machine moet u op de volgende aanwijzingen letten:
Zonder trekker de machine alleen met lege voorraadbak transporteren.
Enkel geschikte en geïnstrueerde personen die uitdrukkelijk daartoe de opdracht
hebben gekregen, mogen de werkzaamheden uitvoeren.
Geschikte transportmiddelen en hefwerktuigen (bv. dieplader met wieluitsparing,
kraan, vorkheftruck, hefwagen, katrollen...) gebruiken.
De transportweg op tijd vastleggen en mogelijke hindernissen verwijderen.
De werking van alle veiligheids- en transportinrichtingen controleren.
Alle gevaarlijke plaatsen dienovereenkomstig beveiligen, ook al zijn ze maar kort-
stondig voorhanden.
De voor het transport verantwoordelijke persoon zorgt voor het ordentelijke transport
van de machine.
Onbevoegde personen uit de buurt van de transportweg houden. De desbetreffende
zones afsluiten.
Machine voorzichtig transporteren en zorgvuldig behandelen.
Let op de zwaartepuntcompensatie! Stel de kabellengte indien nodig zodanig in dat
de machine recht aan het transportmiddel hangt!
5.2
Be- en ontladen, parkeren
1. Gewicht van de machine bepalen.
Hiervoor de gegevens op het typeplaatje controleren.
2. Machine met een geschikte trekker voorzichtig van of op het laadvlak rijden.
3. Plaats de machine voorzichtig op de laadvloer van het transportvoertuig of op een
stabiele ondergrond.
n VOORSICHTIG
Materiële schade door verkeerd transport
De bevestigingsogen in de voorraadbak zijn niet geschikt voor het optil-
len van de volledige machine. Ze dienen uitsluitend voor het transport
van de voorraadbak tijdens de productie en montage.
Niet-naleving leidt tot schade aan de machine.
Neem goed nota van de verzendinstructie van de fabrikant.
Transport zonder trekker
5
39