3
Veiligheid
3.10.2
Functie van de veiligheidsinrichtingen
De veiligheidsinrichtingen beschermen uw gezondheid en uw leven.
De machine alleen met werkzame veiligheidsinrichtingen gebruiken.
Benaming
Afdekking ventilatoraandrij-
ving
Aanzuigrooster ventilator
Afdekking nokkenwieldoseer-
wals
Afdekbescherming cilindri-
sche tandwielen
Aftakasbeveiliging
Beschermrooster in de voor-
raadbak
Wig
Achteruitrijcamera
Afdekzeil
18
Functie
Voorkomt het intrekken van lichaamsdelen in de ventila-
torlagers.
Voorkomt het intrekken van grote delen in het aanzuig-
gedeelte van de ventilator.
Voorkomt het intrekken van lichaamsdelen in de doseer-
organen.
Afdekking aan iedere doseereenheid.
Voorkomt het intrekken van lichaamsdelen in de zijde-
lings geplaatste aandrijfelementen van de doseerorga-
nen.
Voorkomt het intrekken van lichaamsdelen en kleding-
stukken in de roterende aftakas.
Voorkomt het intrekken van lichaamsdelen in de rote-
rende doseerorganen.
Voorkomt storingen tijdens het strooien door klompen
strooimiddel, grote stenen en ander groter materiaal
(zeefwerking).
Verhindert het wegrollen van de machine
Vergemakkelijkt het achteruitrijden en voorkomt onge-
vallen door onvoldoende zicht vanuit de cabine van de
tractor
Verhindert het verlies van de meststof tijdens transport
en tijdens het strooien via de vulopening van de voor-
raadbak