10.3
Onderhoud mechaniek
10.3.1
Schroefverbindingen controleren
De schroefverbindingen zijn af fabriek vastgedraaid en geborgd met het noodzakelijke
koppel. Door trillingen en schokken, in het bijzonder in de eerste bedrijfsuren, kunnen
schroefverbindingen loskomen.
Controleer bij een nieuwe boomstrooier voor minerale mest na ongeveer
30 bedrijfsuren of alle schroefverbindingen vastzitten.
Controleer regelmatig, echter minimaal vóór aanvang van het strooiseizoen, of alle
schroefverbindingen vastzitten.
Loszittende schroefverbindingen aanspannen. Hierbij in het bijzonder op de gege-
vens van de fabrikant bij de aanhaaldraaimomenten letten.
10.3.2
Dosering en strooiing controleren
Voor een nauwkeurige dosering en strooiing moeten de doseerorganen correct ingesteld
en vrij van meststofresten zijn.
Afstand nokkenwiel - strooikuip controleren:
De afstand tussen de nokkenwielen en de bovenste rand van de strooikuip moet over de
gehele breedte gelijkmatig zijn en ca. 3 mm bedragen.
Een 3 mm dikke plaatstrook in
de ruimte tussen de
nokkenwielen [1] en de plaat-
rand van de strooikuip [2] ste-
ken.
De afstand is correct ingesteld indien:
de 3 mm dikke plaatstrook zich zonder speling over de gehele meetbreedte naar bin-
nen laat schuiven,
de afstand over de gehele breedte gelijkmatig ingesteld is.
Bij boomstrooiers voor minerale mest met gereduceerde werkbreedte hoeft de gelijk-
matige afstand van 3 mm slechts ter hoogte van de vereiste nokkenwielen gecontro-
leerd te worden. In het gebied van de volledige schijven kan de afstand variëren (geen
meststrooiing).
Onderhoud en reparatie
Afb. 10.1:
Afstand nokkenwielen - strooikuip
controleren
LET OP
10
1
2
95