Inhoudsopgave
Advertenties
2
NP
2
RHP
N
5
5
SL
2.5–4
ULC
Zie pagina 19 voor de draad-kleurencode.
2
2
5
5
2
2
5
5
Zie pagina 15
/
3 4
3 4
Zie pagina 14/15
6
6
Zie pagina 27
Zie pagina 14
3 4
3 4
6
6
3 4
3 4
6
6
2–draads overlock (14/15)
LET OP:
–
Deze
draadspanning-instellingen
slechts een aanbeveling.
–
De juiste draadspanning is afhankelijk van:
1. Het soort en de dikte van de stof
2. Naalddikte
3. Maat, soort en vezelgehalte van de draad
•
Correcte draadspanning
–
Zet elke draadspanning op de aanbevolen instel-
ling en maak een proeflapje met de stof waar u
mee wilt werken.
2–draads overlock breed 14
Middelzware stof
Geel
2–draads overlock smal 15
Middelzware stof
Geel
•
De draadspanning corrigeren
Als de onderste grijperdraad zichtbaar opligt aan de
onderkant van de stof:
–
Stel bij de draadspanning van de onderste grijper-
draad (rood) een hogere waarde in.
Als de onderste naalddraad te los zit:
–
Stel bij de draadspanning van de naalddraad (geel
of groen) een hogere waarde in.
–
Of stel bij de draadspanning van de onderste grij-
perdraad (rood) een lagere waarde in.
vormen
Draadspanning
Groen
Blauw
Rood
0.0
4.0
Draadspanning
Groen
Blauw
Rood
0.0
4.5
33
Advertenties
Inhoudsopgave
