Inbedrijfstelling (basisinstellingen)
Hoe te werk te gaan 1. Beide borgschroefjes [3] van de wijzerschijf losdraaien.
10.3 Wegschakelmechanisme instellen
10.3.1 Eindstand DICHT (zwart veld) instellen
Hoe te werk te gaan 1. Handmatige bediening inschakelen.
36
Ook tijdens handmatige bediening kan het draaimomentmechanisme worden
aangesproken.
Afbeelding 32: Meetkoppen draaimoment
[1]
[4]
[1]
Meetkop zwart voor draaimoment
richting DICHT
[3]
Borgschroefjes
2. Door het schaalschijfje [4] te draaien, kan het benodigde draaimoment worden
ingesteld (1 da Nm = 10 Nm). Voorbeeld:
ð Meetkop zwart ingesteld op ca. 25 da Nm ≙ 250 Nm voor richting DICHT.
ð Meetkop wit ingesteld op ca. 20 da Nm ≙ 200 Nm voor richting OPEN.
3. Borgschroefjes [3] weer vastdraaien.
Informatie: maximaal aandraaimoment: 0,3 – 0,4 Nm
ð Het draaimomentmechanisme is nu ingesteld.
Het wegschakelmechanisme registreert de instelweg. Bij het bereiken van de
ingestelde stand wordt de schakelaar aangesproken.
Afbeelding 33: Instellingselementen voor het wegschakelmechanisme
[1]
[2]
[3]
[1]
Instelspindel: eindstand DICHT (zwart
veld)
[3]
Punt: eindstand DICHT ingesteld (zwart
veld)
[5]
Wijzer: eindstand OPEN (wit veld)
2. Handwiel met de wijzers van de klok meedraaien tot de afsluiter is gesloten.
3. Handwiel ca. ½ slag (naloop) terugdraaien.
[3]
[3]
[2]
Meetkop wit voor draaimoment richting
OPEN
[4]
Schaalschijfjes
[2]
Wijzer: eindstand DICHT (zwart veld)
[4]
Instelspindel: eindstand OPEN (wit
veld)
[6]
Punt: eindstand OPEN ingesteld (wit
veld)
[2]
[4]
[4]
[5]
[6]