Bediening van de betaalautomaat
U en uw klant bedienen de betaalautomaat met de toetsen en het touchscreen.
• Wit achtergrondscherm: u voert een handeling uit
• Blauw achtergrondscherm: de klant voert een handeling uit
6
Bedieningsmogelijkheden
1
Numerieke toetsen
Voer gegevens in, bijvoorbeeld een transactiebedrag. Druk meerdere keren op
eenzelfde toets om letters en leestekens in te voeren. De klant voert met deze toetsen
de pincode in.
2
<STOP> toets
Breek een handeling af. De klant gebruikt deze toets om een transactie af te breken.
3
<CORR> toets
Corrigeer ingevoerde gegevens. De klant corrigeert met deze toets een ingevoerde
pincode.
4
<OK> toets
Bevestig ingevoerde gegevens of een handeling. De klant bevestigd met deze toets
een ingevoerde pincode en een transactie.
5
Chipkaartlezer
De klant voert hier de betaalkaart in.
6
Navigatiebalk (beginscherm)
Raak het symbool aan om de gewenste functie uit te voeren.
7
Titelbalk
In de titelbalk wordt de naam weergegeven van het menu waarin u zich bevindt. Raak
aan om terug te gaan naar het voorgaande menu of
8
Menulijst
Raak de gewenste menuoptie aan om deze te selecteren.
9
Navigatiebalk (menu)
Raak het gewenste symbool aan om door het menu te scrollen.
10
Betaalwijze selecteren
De klant selecteert de gewenste betaalwijze door deze aan te raken.
Welke opties beschikbaar zijn is afhankelijk van de betaalkaart van de klant.
7
8
9
3
10
om het menu te sluiten.
www.ccv.nl