Network IP Address (Netwerk IP-adres): Port (poort)
Met deze parameter kan de gebruiker het apparaat configureren met statische of dynamische IP-instellingen
en de Ethernet-poort configureren om het scherm te bedienen met uniforme seriële opdrachten.
Tik op de knop
om het menu Network Ip Address (Netwerk IP-adres) te openen, tik op de knop SCROLL
(Bladeren) en vervolgens op de knop
om het menu te openen om het scherm voor het dynamisch IP-adres
te configureren.
Tik op de knop SCROLL (Bladeren) totdat het selectievakje DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol)
blauw is gemarkeerd en tik vervolgens op de knop
of
om DHCP in of uit te schakelen om de dynamische
IP-instelling in te schakelen.
Als DHCP is ingeschakeld, zijn het Network IP address, Subnet Mask en Gateway (Netwerk IP-adres, subnet-
masker en gateway) uitgeschakeld omdat ze automatisch worden geconfigureerd wanneer het apparaat is
aangesloten op een netwerk dat het automatisch instellen ondersteunt.
De Port (poort) moet worden ingesteld zodat deze overeenkomt met de poort waarop de opdrachten worden
verzonden, ongeacht of het netwerk is geconfigureerd met DHCP On (Aan) of Off (Uit). De poort kan worden
ingesteld door op de knop
te tikken om de bewerkingsmodus te openen en vervolgens op de knop
SCROLL (Bladeren) te tikken totdat het poortnummer blauw gemarkeerd is.
Tik op knop
of
om het poortnummer te verhogen of te verlagen totdat het gewenste poortnummer is in-
gesteld. Wanneer DHCP is ingesteld op OFF (Uit), moet de gebruiker het Network IP address, Subnet Mask en
Gateway (Network IP Address (Netwerk IP-adres, subnetmasker en gateway) configureren voor het netwerk
22
| Gebruikersinterface van het scherm