Goede werking van verwarmde luchtbevochtiger bevestigen
De voorverwarmingsmodus van de luchtbevochtiger kan worden gebruikt om vast te stellen of de System One verwarmde
luchtbevochtiger naar behoren werkt.
De volgende stappen moeten worden gevolgd als het wenselijk is om de goede werking van de System One verwarmde luchtbevochtiger
te bevestigen.
WAARSCHUWING: Het is belangrijk om bij het uitvoeren van deze test de exacte stappen hieronder te volgen om letsel te voorkomen.
Lees vóór het uitvoeren van de test alle stappen eerst door.
WAARSCHUWING: Leg uw hand nooit direct op de verwarmingsplaat tijdens deze test, omdat u zo brandwonden kunt oplopen.
1.
Koppel de patiëntslang (indien aangesloten) los en verwijder het waterreservoir.
2.
Plaats terwijl het therapie-apparaat niet actief is uw hand boven de verwarmingsplaat (zonder deze aan te raken) zodat u, voor
vergelijking later, een idee krijgt van de temperatuur van de verwarmingsplaat wanneer deze uitstaat.
3.
Zet de voorverwarmingsmodus van de luchtbevochtiger aan als beschreven in de
4.
Laat het apparaat 30 seconden in voorverwarmingsmodus draaien.
5.
Plaats uw hand boven de verwarmingsplaat (zonder deze aan te raken) om te bevestigen dat de temperatuur van de verwarmingsplaat
is toegenomen.
6.
Druk op het regelwiel terwijl 'Therapy' (therapie) of het pictogram
beginnen en de voorverwarmingsmodus te beëindigen.
7.
Druk nogmaals op het regelwiel om de therapie uit te zetten.
De druk controleren
WAARSCHUWING: Als het apparaat niet binnen de vermelde specificaties werkt, moet het systeem door bevoegd, door Philips
Respironics goedgekeurd onderhoudspersoneel worden onderhouden.
Als de controle van de werkelijke druk met een manometer onderdeel is van uw procedure om het apparaat gereed te maken voor
patiënten, dient u de volgende instructies op te volgen om te zorgen dat het apparaat op juiste wijze werkt. U hebt de volgende
apparatuur nodig om de druk te controleren:
•
De Philips Respironics-drukkalibratiekit
De kit bevat:
•
Philips Respironics Whisper Swivel II
•
Philips Respironics O
-verrijkingseindeenheid
2
•
Gesloten einddop
•
Flexibele Philips Respironics-slang
•
Drukslang
•
Digitale Philips Respironics-manometer of equivalent
Minimale specificaties:
0 – 25 cm H
O (of beter)
2
± 0,3 cm H
O nauwkeurigheid
2
± 0,1 cm H
O resolutie
2
•
Schuimfilter
De volgende stappen uitvoeren om de druk te controleren:
1.
Installeer de schuimfilter in de achterkant van het apparaat.
2.
Terwijl de stekker van het apparaat niet in het stopcontact zit, sluit u het systeem aan, zoals afgebeeld in het diagram.
3.
Zet de manometer aan. Als hij niet een nulwaarde aangeeft, stelt u de manometer bij om hem te kalibreren. Als de manometer
variabele instellingen voor apparaten heeft, stelt u hem in op cm H
4.
Voorzie het apparaat van stroomtoevoer en plaats het apparaat vervolgens in de zorgverlenermodus.
5.
Stel de therapieparameters in overeenkomstig de specifieke gegevens voor de patiënt.
6.
Stel het apparaat in op de specifieke drukwaarde voor de patiënt.
7.
Controleer of de drukinstelling overeenstemt met de op de manometer weergegeven druk. Als de drukinstelling niet overeenstemt met
de voor het apparaat gemeten waarde, neemt u contact op met Philips Respironics of bevoegd onderhoudspersoneel om het apparaat
te laten onderhouden.
Opmerking: De uitgangsdrukken kunnen variëren naargelang van de plaatselijke hoogte en barometrische druk. Vanwege deze
factoren kan de uitgangsdruk van apparaten enigszins variëren over het bereik van de hoogte-instellingen.
8.
Stel de resterende parameters in en sluit de zorgverlenermodus af. Het apparaat is klaar om door de patiënt te worden gebruikt.
gebruikshandleiding.
op het home-scherm gemarkeerd is om met de therapie te
Drukslang
Manometer
O.
2
Flexibele slang
Whisper Swivel II
O
-verrijkingseenheid
2
Gesloten einddop
- 9 -