Aansluiting verwarmingsspanning
Besturingskast
66
Montage- en installatiewerkzaamheden
K1
L1 L2
L3
Q3
F3
L1
L2
L3
PE
200-600 V/3~/50..60 Hz
Q3
F3
L1
N
PE
230 V/1~/50..60 Hz
De verwarmingsspanningsvoorziening (L1, L2, L3 en PE
of L1, N en PE) wordt conform het schema aangesloten op
de overeenkomstige klemmen op de hoofdschakelaar. De
aarde-PE wordt op de aardingsklem naast de hoofdscha-
kelaar aangesloten. De aansluitkabel moet verplicht door
de klemhouder in de besturingskast worden gevoerd.
Opmerking: Dubbele apparaten en Linkup-systemen
met twee stoomcilinders hebben voor elke cilinder een
afzonderlijke verwarmingsspanningsvoorziening.
Het monteren van de zekeringen "F3", van de schei-
dingsschakelaar "Q3" (ontkoppelinrichting voor alle
polen met een minimale contactopening van 3 mm,
door klant te leveren) en van een FI-schakelaar met
30 mA uitschakelstroom (door klant te leveren) in de
voedingsleiding is verplicht.
Opmerking: Aan het einde van dit hoofdstuk vindt u een
tabel met de zekeringsgrootten voor de zekeringen "F3".
De scheidingsschakelaar moet in de directe nabijheid
van de stoomluchtbevochtiger (max. 1 m afstand) en
op een gemakkelijk toegankelijke plaats op een hoogte
tussen 0,6 m en 1,9 m (aanbevolen: 1,7 m) worden
gemonteerd.
OPGELET! Zorg ervoor dat de op het typeplaatje
vermelde spanningswaarde overeenkomt met de
plaatselijke netspanning. Mocht dit niet het geval
zijn, sluit de stoomluchtbevochtiger dan in geen
geval aan.
De kabeldiameter van de voedingskabel moet aan de
ter plaatse geldende voorschriften voldoen.