schakelt de schuifregelaar voor getijden en stromingen in,
waarmee u de tijd kunt instellen voor de getijden en
stromingen die worden vermeld op de kaart.
Nuttige punten op land: Toont nuttige punten aan land.
Navigatiemiddel: Toont navigatiehulpmiddelen, zoals ATONs
en knipperende lichten, op de kaart. Hiermee kunt u het
NOAA of IALA navigatiekenmerktype selecteren.
Servicepunten: Toont locaties voor watersportdiensten.
Diepte: Past de elementen op de dieptelaag aan
dieptelaag, pagina
15).
Beperkt toeg. geb.: Toont informatie over verboden gebieden
op de kaart.
Fotopunten: Toont camerapictogrammen voor luchtfoto's
(Luchtfoto's van oriëntatiepunten weergeven, pagina
Instellingen dieptelaag
Selecteer Menu > Lagen > Kaart > Diepte op een kaart.
Dieptearcering: Hiermee bepaalt u de arcering tussen de
bovenste en onderste diepte.
Ondiep-arcering: Hiermee stelt u de arcering in vanaf de
kustlijn naar de opgegeven diepte.
Puntpeilingen: Hiermee worden dieptepeilingen in- en
uitgeschakeld en een gevaarlijke diepte ingesteld.
Dieptepeilingen die overeenkomen met de opgegeven
gevaarlijke diepte of die minder diep zijn, worden met rode
tekst weergegeven.
Contouren viskaart: Hiermee stelt u het zoomniveau in voor
een gedetailleerde weergave van bodemcontouren en
dieptepeilingen en kunt u de kaartweergave vereenvoudigen
voor optimaal gebruik tijdens het vissen.
Instellingen laag Mijn boot
Selecteer Menu > Lagen > Mijn boot op een kaart.
Koerslijn: Hiermee kunt u de koerslijn weergeven en
aanpassen. Dit is een lijn op de kaart vanaf de boeg van de
boot in de richting van de vaarkoers
hoekmarkeringen instellen, pagina
Actieve sporen: Hiermee toont u het actieve spoor op de kaart
en wordt het menu Actieve spooropties geopend.
Windroos: Hiermee toont u een visuele weergave van door de
aangesloten windsensor geleverde informatie over windhoek
of windrichting en stelt u de windbron in.
Kompasroos: Toont een kompasroos rond uw boot, waarmee
de kompasrichting wordt aangeven op basis van de koers
van de boot. Als u deze optie inschakelt, wordt de optie
Windroos uitgeschakeld.
Bootpictogram: Hiermee stelt u het pictogram voor uw actuele
locatie op de kaart in.
Leylijninstellingen
Sluit een windsensor aan op de kaartplotter om de leylijnfuncties
te gebruiken.
In de zeilmodus
(Het type boot instellen, pagina
leylijnen weergeven op de navigatiekaart. Leylijnen kunnen erg
handig zijn tijdens zeilraces.
Kaarten en 3D-kaartweergaven
(Instellingen
12).
(De koerslijn en
27).
6) kunt u
Selecteer Menu > Lagen > Mijn boot > Leylijnen > Stel in op
de navigatiekaart.
Scherm: Hiermee stelt u in hoe de leylijnen en het vaartuig
worden weergegeven op de kaart en hoe lang de leylijnen
zijn.
Zeilhoek: Hiermee kunt u selecteren hoe het toestel leylijnen
berekent. De optie Actueel berekent de leylijnen met behulp
van de gemeten windhoek van de windsensor. De optie
Handmatig berekent de leylijnen met behulp van handmatig
ingevoerde hoeken voor loefzijde en lijzijde.
Hoek loefzijde: Hiermee kunt u een leylijn instellen op basis
van de zeilhoek voor loefzijde.
Hoek lijzijde: Hiermee kunt u een leylijn instellen op basis van
de zeilhoek voor lijzijde.
Getijdecorrectie: Hiermee corrigeert u de leylijnen op basis van
het getijde.
Leylijn-filter: Filtert de leylijngegevens gebaseerd op de
ingevoerde tijdsinterval. U moet een hoger getal invullen als
u een vloeiendere leylijn wilt krijgen, waarbij wijzigingen in de
koers van de boot of ware windhoek deels worden
weggefilterd. U moet een lager getal invullen als u de leylijn
gevoeliger wilt maken voor wijzigingen in de koers van de
boot of ware windhoek.
Instellingen laag Gebruikersgegevens
U kunt gebruikersgegevens tonen op kaarten, zoals via-punten,
grenzen en sporen.
Selecteer Menu > Lagen > Gebruikersgegevens op een kaart.
Waypoints: Hiermee toont u via-punten op de kaart en wordt de
lijst met via-punten geopend.
Grenzen: Hiermee toont u grenzen op de kaart en wordt de lijst
met grenzen geopend.
Sporen: Hiermee toont u sporen op de kaart.
Instellingen laag Overige schepen
OPMERKING: Deze opties vereisen aangesloten accessoires,
zoals een AIS-ontvanger, radar of VHF-radio.
Selecteer Menu > Lagen > Overige schepen op een kaart.
DSC: Hiermee stelt u in hoe DSC-schepen en -sporen op de
kaart worden weergegeven. Ook wordt de DSC-lijst getoond.
AIS: Hiermee stelt u in hoe AIS-schepen en -sporen op de kaart
worden weergegeven. Ook wordt de AIS-lijst getoond.
MARPA: Hiermee stelt u in hoe MARPA-schepen en -sporen op
de kaart worden weergegeven. Ook wordt de MARPA-lijst
getoond.
Details: Hiermee toont u de details over andere schepen op de
kaart.
Geproject. krs: Hiermee stelt u de tijd in van de geprojecteerde
koers voor schepen met AIS- en een MARPA-tag.
Aanvar.alarm: Hiermee stelt u het aanvaringsalarm in
veilige zone voor aanvaringsgevaar instellen, pagina
Instellingen waterlaag
Selecteer Menu > Lagen > Water op een kaart.
OPMERKING: Het menu kan bepaalde instellingen bevatten die
niet worden ondersteund door de geïnstalleerde diagrammen of
uw huidige locatie. Als u deze instellingen wijzigt, hebben de
wijzigingen geen invloed op de grafiekweergave.
OPMERKING: Niet alle instellingen zijn van toepassing op alle
kaarten, weergaven en kaartplottermodellen. Voor een aantal
opties zijn premiumkaarten of aangesloten accessoires vereist.
Dieptearcering: Hiermee bepaalt u de arcering tussen de
bovenste en onderste diepte.
Ondiep-arcering: Hiermee stelt u de arcering in vanaf de
kustlijn naar de opgegeven diepte.
(Een
13).
15