De instelling voor regenruis heeft meer invloed op de weergave
van ruis en objecten in de buurt van uw schip dan op de
weergave van de ruis en objecten op grote afstand van uw
schip. Een hogere instelling voor regenruis reduceert de
weergave van ruis die wordt veroorzaakt door nabije regen,
maar kan ook de weergave van nabije doelen reduceren of
uitschakelen.
OPMERKING: Het ligt aan het type radar dat u gebruikt, of de
instellingen voor regenruis die voor één radarmodus worden
geconfigureerd, wel of niet voor de andere radarmodi of de
radaroverlay gelden.
1
Selecteer in een radarscherm Menu > Radarfilters >
Regenruis.
2
Selecteer Omhoog of Achter om regenruis dichtbij minder
duidelijk of duidelijker weer te geven totdat andere objecten
duidelijk zichtbaar zijn op het radarscherm.
Ruis die door de regen wordt veroorzaakt, blijft mogelijk toch
zichtbaar op het scherm.
Meerdere scans middelen op het radarscherm
U kunt het gemiddelde van de resultaten van meerdere scans
op het radarscherm weergeven. Dit kan een effectieve methode
zijn om ruis uit te filteren en de detectie van consistente doelen
te verbeteren. Middelen is het meest effectief bij gebruik van
een langer bereik.
1
Selecteer op een radarscherm of de radaroverlay Menu >
Radarfilters > Scangemiddelde.
2
Selecteer een optie.
De instelling Hoog filtert de meeste ruis weg.
Radaroptiesmenu
Selecteer in een radarscherm Menu > Radaropties.
MotionScope™: Gebruikt het dopplereffect om bewegende
doelen te detecteren en te markeren om aanvaringen te
voorkomen, zwermen vogels te signaleren en veranderende
weersomstandigheden in de gaten te houden
Doppler radartechnologie, pagina
beschikbaar op Fantom modellen.
Pulsuitbreiding: Zendt pulsen gedurende langere tijd uit,
waardoor de energie op doelen wordt geïntensiveerd.
Hierdoor kunnen doelen beter worden gedetecteerd en
geïdentificeerd. Deze optie is alleen beschikbaar op xHD
radome en xHD2 open array modellen.
Doelgrootte: Past de grootte van doelen aan door de
verwerking van de pulscompressie aan te passen. Selecteer
kleinere doelen voor een scherp radarbeeld met hoge
resolutie. Selecteer grotere doelen om grotere echo's voor
specifieke doelen weer te geven zoals boten en boeien. Deze
optie is alleen beschikbaar op Fantom modellen.
Echosporen: Hiermee kunt u de beweging van schepen op het
radarscherm volgen. Deze optie is niet beschikbaar op xHD
open array of HD/HD+ radome modellen.
VRM/EBL: Toont de VRM (variabele afstandsring) en de EBL
(elektronische peillijn), zodat u de afstand en peiling van uw
schip tot een doelobject kunt meten
pagina
41).
Bewakingszone: Stelt een veilige zone in rond uw boot en geeft
een alarmsignaal als een object de zone binnenkomt
bewakingszone inschakelen, pagina
Gepland uitzenden: Bespaart energie door alleen op bepaalde
tijden radarsignalen uit te zenden.
Radarinstellingenmenu
Selecteer in een radarscherm Menu > Radar instellen.
Bron: Selecteert de radarbron als op het netwerk meerdere
radars zijn aangesloten.
Kaartweergave: Geeft de kaart weer onder het radarbeeld.
Indien ingeschakeld, wordt het Lagen menu weergegeven.
Radar
(MotionScope
™
40). Deze optie is alleen
(VRM en EBL,
(Een
40).
Oriëntatie: Hiermee wijzigt u het perspectief van de
radarweergave.
Rdrst.onderdr.: Vermindert de ruis als gevolg van interferentie
afkomstig van een andere radarbron in de buurt.
Draaisnelheid: Stelt de voorkeursdraaisnelheid van de radar in.
De optie Hoge snelheid kan worden gebruikt om de
vernieuwingsfrequentie te verhogen. In sommige situaties
draait de radar automatisch op de normale snelheid om
detectie te verbeteren, bijvoorbeeld als een groter bereik is
gekozen of wanneer MotionScope of Dubbel bereik wordt
gebruikt.
Presentatie: Hiermee stelt u het kleurenschema, de geplande
snelheid en de navigatieweergave in.
Installatie: Hier kunt u de radar configureren voor installatie,
bijvoorbeeld door de voorkant van de boot en de
parkeerstand van de anetenne in te stellen.
Radarstoring op het radarscherm verminderen
U kunt de hoeveelheid storing door interferentie van een andere
nabije radarbron beperken door de optie Onderdrukking
radarstoring in te schakelen.
OPMERKING: Het ligt aan het type radar dat u gebruikt, of de
optie Onderdrukking radarstoring die voor één radarmodus
wordt geconfigureerd, wel of niet voor de andere radarmodi of
de radaroverlay geldt.
Selecteer op een radarscherm of de radaroverlay Menu >
Radar instellen > Rdrst.onderdr..
Radarweergave-instellingen
Selecteer op een radarscherm Menu > Radar instellen >
Presentatie.
OPMERKING: Deze instellingen zijn niet van toepassing op de
radaroverlay.
Achtergrondklr.: Hiermee stelt u het kleurenschema voor de
achtergrond in.
Kleur voorgr.: Hiermee stelt u het kleurenschema voor de
radarresultaten in.
Helderheid: Hiermee stelt u de helderheid in van verschillende
radarfuncties, zoals afstandcirkels en volgsymbolen.
Geplande snelheid: Als uw snelheid toeneemt, wordt uw
huidige positie automatisch naar de onderkant van het
scherm verplaatst. Voer uw topsnelheid in voor het beste
resultaat.
Instellingen voor installatie van de radar
Voorkant boot: Compenseert de fysieke locatie van de radar
als deze niet op de as van de boot ligt
pagina
43).
Antenneconfiguratie: Hier kunt u het formaat van de
radarantenne opgeven en instellen in welke positie de radar
stopt
(Een aangepaste parkeerstand instellen, pagina
Radarvrije zone: Stelt de zone in waarin de radar geen
signalen uitzendt
(Een radarvrije zone inschakelen en
aanpassen, pagina
39).
Boegcorrectie
De boegcorrectie compenseert de fysieke locatie van de
radarscanner op het schip als de radarscanner niet op één lijn
ligt met de boegas.
De mogelijke boegcorrectie meten
De boegcorrectie compenseert de fysieke locatie van de
radarscanner op het schip als de radarscanner niet op één lijn
ligt met de boegas.
1
Maak met behulp van een magnetisch kompas een optische
peiling van een stilliggend object dat zich binnen het
zichtbare bereik bevindt.
2
Meet de peiling van het object op de radar.
(Boegcorrectie,
44).
43