3
Selecteer
of
om een andere meterpagina te bekijken.
De gegevens op een meter aanpassen
1
Druk in een meterscherm lang op een meter.
2
Selecteer Vervang gegevens.
3
Selecteer een gegevenstype.
4
Selecteer de gegevens die u wilt weergeven.
Meters aanpassen
U kunt de lay-out van de meterpagina's, de weergave van
afzonderlijke meters en de gegevens van elke meter wijzigen.
1
Open een meterpagina.
2
Selecteer Menu > Wijzig meterpagina's.
3
Selecteer een optie:
• Als u de op een meter getoonde gegevens wilt wijzigen,
selecteert u de meter.
• Als u de lay-out van de meters op de pagina wilt wijzigen,
selecteert u Wijzig lay-out.
• Als u een pagina aan deze set meterpagina's wilt
toevoegen, selecteert u Pagina toevoegen.
• Als u de volgorde van deze pagina in de set meterpagina's
wilt wijzigen, selecteert u Verplaats pagina naar links of
Verplaats pagina naar rechts.
• Als u de oorspronkelijke weergave van deze pagina wilt
herstellen, selecteert u Herstel standaardweergave.
De grenzen van de motormeter en de brandstofmeter
aanpassen
U kunt de onder- en bovenlimiet en het bereik van de gewenste
standaardwerking van een meter instellen.
OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar voor alle meters.
1
Selecteer in een geschikt meterscherm Menu > Installatie >
Metergrenzen instellen.
2
Selecteer een meter die u wilt aanpassen.
3
Selecteer een optie:
• Als u de minimumwaarde van het standaardbereik wilt
instellen, selecteert u Vastgest. min..
• Als u de maximumwaarde van het standaardbereik wilt
instellen, selecteert u Vastgest. max..
• Als u de onderlimiet van de meter lager wilt instellen dan
het vastgestelde minimum, selecteert u Schaalmin..
• Als u de bovenlimiet van de meter hoger wilt instellen dan
het vastgestelde maximum, selecteert u Schaalmax..
4
Selecteer de grenswaarde.
5
Herhaal stap 4 en 5 om meer grenzen in te stellen.
Het aantal motoren selecteren dat door de meters
wordt weergegeven
U kunt informatie voor maximaal vier motoren weergeven.
1
Selecteer in het motormeterscherm Menu > Installatie >
Motorselectie > Aantal motoren.
2
Selecteer een optie:
• Selecteer het aantal motoren.
• Selecteer Automatisch configureren om het aantal
motoren automatisch te detecteren.
Meters en grafieken
Instellen welke motoren in de meters worden
weergegeven
Voordat u kunt instellen hoe de motoren worden weergegeven
in de meters, moet u handmatig het aantal motoren selecteren
(Het aantal motoren selecteren dat door de meters wordt
weergegeven, pagina
51).
1
Selecteer in het motormeterscherm Menu > Installatie >
Motorselectie > Aantal motoren.
2
Selecteer Eerste motor.
3
Selecteer de motor die u in de eerste meter wilt weergeven.
4
Herhaal de stappen voor de overige motormeters.
Statusalarmen voor motormeters inschakelen
U kunt de kaartplotter inschakelen om statusalarmen voor de
motor weer te geven.
Selecteer in het motormeterscherm Menu > Installatie >
Statusalarmen > Aan.
Wanneer een motoralarm wordt geactiveerd, wordt een
statusalarmbericht weergegeven en wordt de meter mogelijk
rood, afhankelijk van het type alarm.
Afzonderlijke statusalarmen voor motormeters
inschakelen
1
Selecteer in het motormeterscherm Menu > Installatie >
Statusalarmen > Aangepast.
2
Selecteer een of meer alarmen voor de motormeters die u
wilt in- of uitschakelen.
Yamaha motormeters
Selecteer A/V, meters, bed. > YAMAHA om de Yamaha
motormeters te bekijken. De weergave van dit scherm is
afhankelijk van het motornetwerk en de gashendelcontroller.
Gegevensvelden
Houd ingedrukt om de gegevens te vervangen.
Huidige tijd
Houd ingedrukt om de reisgegevens te bekijken.
Druk in om de joystick-knop Punt instellen-functies in te stellen
(Helm Master
®
).
Tankniveau-informatie
Houd een tank ingedrukt om gedetailleerde sensorinformatie over
het tankniveau te bekijken.
GPS-signaalsterkte
Selecteer om het limiet voor de hoge RPM voor het vispunt in te
stellen (Helm Master).
Selecteer om de trollingsnelheid in te stellen (Command Link
Plus
®
).
Gegevensvelden
Houd ingedrukt om de gegevens te vervangen.
Schakelpositie
Tachometer en trim-hoek
Houd de knop ingedrukt om de achtergrond te wijzigen.
Motorgegevens
Houd ingedrukt om de gegevens te vervangen en de presentatie
van de meter te wijzigen.
Pictogrammen motortoestand
Oranje pictogrammen geven de toestand van de motor aan.
51