Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Kleur Van Het Actieve Spoor Instellen; Het Actieve Spoor Opslaan; Een Lijst Met Opgeslagen Sporen Weergeven; Een Opgeslagen Spoor Bewerken - Garmin GPSMAP 7x2 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GPSMAP 7x2:
Inhoudsopgave

Advertenties

De kleur van het actieve spoor instellen

1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen > Actieve
spooropties > Spoorkleur.
2
Selecteer een spoorkleur.

Het actieve spoor opslaan

Het spoor dat momenteel wordt geregistreerd, wordt het actieve
spoor genoemd.
1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen > Actief
spoor opslaan.
2
Selecteer een optie:
• Selecteer de tijd waarop het actieve spoor is begonnen.
• Selecteer Geheel log.
3
Selecteer Sla op.

Een lijst met opgeslagen sporen weergeven

Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen >
Opgeslagen sporen.

Een opgeslagen spoor bewerken

1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen >
Opgeslagen sporen.
2
Selecteer een spoor.
3
Selecteer Bekijk > Wijzig spoor.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Naam en voer een nieuwe naam in.
• Selecteer Spoorkleur en selecteer een kleur.

Een spoor opslaan als route

1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen >
Opgeslagen sporen.
2
Selecteer een spoor.
3
Selecteer Selecteer > Wijzig spoor > Sla op als route.

Naar een opgeslagen spoor zoeken en navigeren

Voordat u een lijst met sporen kunt doorzoeken en naar het
gewenste spoor kunt navigeren, moet u ten minste één spoor
maken en opslaan
(Sporen, pagina
1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen >
Opgeslagen sporen.
2
Selecteer een spoor.
3
Selecteer Volg spoor.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Vooruit om vanaf het beginpunt dat is gebruikt
bij het maken van het spoor naar het spoor te navigeren.
• Selecteer Achteruit om vanaf het bestemmingspunt dat is
gebruikt bij het maken van het spoor naar het spoor te
navigeren.
5
Controleer de koers, die met een gekleurde lijn is
aangegeven.
6
Volg de lijn langs elk traject van de route, vermijd land,
ondiep water en andere obstakels.

Een opgeslagen spoor verwijderen

1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen >
Opgeslagen sporen.
2
Selecteer een spoor.
3
Selecteer Bekijk > Verwijder.

Alle opgeslagen sporen verwijderen

Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Wis
gebruikersgegevens > Opgeslagen sporen.

Het actieve spoor volgen in tegengestelde richting

Het spoor dat momenteel wordt geregistreerd, wordt het actieve
spoor genoemd.
24
23).
1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen > Volg
actief spoor.
2
Selecteer een optie:
• Selecteer de tijd waarop het actieve spoor is begonnen.
• Selecteer Geheel log.
3
Controleer de koers, die met een gekleurde lijn is
aangegeven.
4
Volg de gekleurde lijn, vermijd land, ondiep water en andere
obstakels.

Het actieve spoor wissen

Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen > Wis
actief spoor.
Het spoorgeheugen wordt gewist, maar het huidige spoor
wordt wel opgeslagen.

Het spoorloggeheugen beheren tijdens het opslaan

1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen > Actieve
spooropties.
2
Selecteer Opnamemodus.
3
Selecteer een optie:
• Selecteer Vul om een logboek met sporen bij te houden
tot het geheugen met sporen vol is.
• Selecteer Wikkel om het logboek met sporen continu bij
te houden, waarbij de oudste koersgegevens worden
vervangen door nieuwe gegevens.

Het opslaginterval van het spoorlog configureren

U kunt de frequentie aangeven waarmee de sporen worden
geregistreerd. Het frequent vastleggen van spoorpunten is
nauwkeuriger maar hierdoor raakt het logboek met sporen wel
sneller vol. Het resolutie-interval wordt aanbevolen voor het
meest efficiënte gebruik van het geheugen.
1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen > Actieve
spooropties > Interval.
2
Selecteer een optie:
• Als u een spoor wilt vastleggen op basis van de afstand
tussen twee punten, selecteert u Interval > Afstand >
Wijzig en voert u de afstand in.
• Als u een spoor wilt vastleggen op basis van tijdinterval,
selecteert u Interval > Tijd > Wijzig en geeft u het interval
op.
• Als u een spoor wilt vastleggen op basis van een afwijking
in de koers, selecteert u Interval > Resolutie > Wijzig en
voert u de maximale toegestane fout in van de ware koers
voordat er een spoorpunt wordt vastgelegd. Dit is de
aanbevolen instelling voor opnamen.

Grenzen

Met Grenzen kunt u gebieden op het wateroppervlak markeren
die u wilt vermijden of niet wilt verlaten. U kunt een alarm
instellen dat u waarschuwt als u een grensgebied in- of uitvaart.
U kunt de kaart gebruiken om grensgebieden, -lijnen en -cirkels
te maken. U kunt ook opgeslagen sporen en routes omzetten in
grenslijnen. U kunt een grensgebied maken met via-punten door
een route te maken op basis van via-punten en de route om te
zetten in een grenslijn.
U kunt een grens selecteren die u wilt instellen als actieve
grens. U kunt de actieve grensgegevens toevoegen aan de
gegevensvelden op de kaart.

Een grens maken

1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Grenzen > Nieuw.
2
Selecteer een grensvorm.
3
Volg de instructies op het scherm.
Navigatie met een kaartplotter

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gpsmap 9x2Gpsmap 12x2 touchGpsmap a12Gpsmap 7x2 plusGpsmap 9x2 plusGpsmap 12x2 plus ... Toon alles

Inhoudsopgave