De inbedrijfstelling van de warmtepompinstallatie
wordt door onderhoudspersoneel uitgevoerd dat
door de fabrikant daartoe is geautoriseerd. Hier
zijn kosten mee verbonden!
Demontage
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische werkzaamheden mogen uit-
sluitend door gekwalificeerde elektromon-
teurs worden uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij en be-
veilig deze tegen inschakelen, alvorens u
het apparaat opent!
WAARSCHUWING!
Het apparaat bevat brandbaar koudemid-
del!
Als koudemiddel door een lek ontsnapt,
bestaat er explosiegevaar. Daarom:
● Installatie uitschakelen
● De door de fabrikant aangewezen klanten-
service op de hoogte stellen
● Ontstekingsbronnen uit de buurt houden
AANWIJZING
Elke persoon die aan het koudemiddelcircuit
werkt, moet in het bezit zijn van een akte van
bekwaamheid, uitgereikt door een binnen de
industrie bevoegde instantie.
ATTENTIE
Apparaatcomponenten, koudemiddel en olie
dienen volgens de geldende voorschriften,
normen en richtlijnen gerecycled of vakkundig
afgevoerd te worden.
16
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Buitenbedrijfstelling
Voor de buitenbedrijfstelling is het bijzonder belang-
rijk dat de technicus goed vertrouwd is met alle details
van de verwijderingsapparaten. Er wordt aanbevolen
om alle koudemiddelen terug te winnen.
Vóór de verwijdering dienen olie- en koudemiddel-
monsters te worden genomen, als het koudemiddel
voor hergebruik moet worden verwerkt.
AANWIJZING
Het is belangrijk dat elektriciteit beschikbaar is
op de plaats waar het werk moet worden uitge-
voerd.
a) Maak u vertrouwd met de apparaten en hun wer-
king.
b) Maak het af te voeren apparaat spanningsvrij.
c) Verzeker u er voor het begin van de verwijderings-
procedure van dat:
●
mechanische hulpmiddelen voor het transport
van koudemiddelflessen, indien noodzakelijk, be-
schikbaar zijn
●
persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar
zijn en vakkundig gebruikt worden
●
het afzuigproces continu door een vakkundige
persoon wordt bewaakt
●
het afvalstation en de koudemiddelflessen aan de
desbetreffende richtlijnen voldoen
d) Voer een pomp-down-cyclus uit, indien mogelijk.
e) Als geen vacuüm kan worden bereikt, zuigt u via
een verzamelleiding af, zodat koudemiddel uit alle de-
len van de installatie kan worden verwijderd.
f) Verzeker u ervan dat de koudemiddelfles voor het
begin van de afzuiging op de weegschaal staat.
g) Schakel het verwijderingsapparaat in en ga te werk
volgens de voorschriften van de fabrikant.
h) Zorg ervoor dat de recyclingflessen niet overladen
worden (nooit meer dan 80% van de vloeibare inhoud).
i) Overschrijd nooit de toelaatbare bedrijfsoverdruk
van de recyclingfles, ook niet kortstondig.
j) Als de recyclingflessen volgens de voorschriften ge-
vuld zijn en het proces voltooid is, dient u ervoor te
zorgen dat de flessen en apparaten direct van de in-
stallatie verwijderd en alle afsluiters gesloten worden.
k) Teruggewonnen koudemiddel mag niet in andere
systemen worden gegoten, voor het gereinigd en on-
derzocht werd.