Warmtapwaterbuffervat
Als de warmtepomp ook warm tapwater dient te pro-
duceren, moet u een speciaal buffervat voor warm tap-
water in het warmtepompsysteem integreren. Het op-
slagvolume moet zo worden gekozen, dat tijdens een
spertijd van het energiebedrijf toch de benodigde hoe-
veelheid warm tapwater beschikbaar is.
AANWIJZING
De warmtewisselende oppervlakte van het
warmtapwaterbuffervat moet zo gedimensio-
neerd zijn, dat het verwarmingsvermogen van
de warmtepomp met een zo klein mogelijk ver-
schil tussen aanvoer- en retourtemperatuur
wordt overgedragen.
Wij bieden u graag een warmtapwaterbuffervat uit ons
assortiment aan. Deze zijn optimaal afgestemd op uw
warmtepomp.
AANWIJZING
Integreer het warmtapwaterbuffervat in de
warmtepompinstallatie volgens het hydrauli-
sche schema dat bij uw systeem behoort.
Documentatie 'Hydraulische integratie'.
Spoelen, vullen en ontluchten
van de installatie
Zie "Gebruiksaanwijzing Hydraulische module
of Hydraulische module Dual".
ATTENTIE
Het systeem moet volledig vrij van lucht zijn,
alvorens het in bedrijf wordt gesteld.
Waterkwaliteit van het vul- en aan-
vullende water volgens VDI 2035
deel I en II in
warmwaterverwarmingsinstallaties
Moderne, energie-efficiënte warmtepompinstallaties
worden steeds vaker ingezet. Met hun geavanceerde
techniek bereiken deze installaties een zeer goed ren-
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
dement. Het feit dat steeds minder ruimte voor warm-
teopwekkers beschikbaar is, heeft ertoe geleid dat
compacte apparaten met steeds kleinere doorsnedes
en hoge warmteoverdracht worden ontwikkeld. Hier-
bij neemt ook de complexiteit van de installaties en het
gebruik van veelsoortige materialen toe, wat met na-
me bij het corrosiegedrag een belangrijke rol speelt.
Het verwarmingswater beïnvloedt niet alleen het ren-
dement van de installatie, maar ook de levensduur van
de warmteopwekker en de verwarmingscomponenten
van een installatie.
Als minimumeisen dienen daarom de richtwaarden
van VDI 2035 deel I en deel II te worden nageleefd
voor een correct bedrijf van de installaties. Uit onze
praktijkervaring is gebleken dat de veiligste en meest
storingsvrije werking wordt bereikt door de zogenoem-
de zoutarme werkwijze.
VDI 2035 deel I geeft belangrijke instructies en aanbe-
velingen met betrekking tot steenvorming en het voor-
komen hiervan in verwarmings- en drinkwaterverwar-
mingsinstallaties.
VDI 2035 deel II gaat in de eerste plaats over de ei-
sen ter vermindering van corrosie aan cv-waterzijde in
warmwaterverwarmingsinstallaties.
Grondbeginselen van deel I en
deel II
Het optreden van steen- en corrosieschade in warm-
waterverwarmingsinstallaties is gering, als
●
een vakkundige planning en inbedrijfstelling
plaatsvindt
●
de installatie corrosietechnisch gesloten is
●
een voldoende gedimensioneerde drukhouder
geïntegreerd is
●
de richtwaarden voor het verwarmingswater in
acht worden genomen
●
de installatie regelmatig wordt gecontroleerd en
onderhouden
Er dient een installatieboek met de relevante plan-
ningsgegevens te worden bijgehouden (VDI 2035).
Mogelijke schade bij niet-naleving
●
Storingen en uitval van onderdelen en componen-
ten (bijv. pompen, kleppen)
●
Interne en externe lekkage (bijv. van warmtewis-
selaars)
●
Verkleining van doorsneden en verstopping van
onderdelen (bijv. warmtewisselaars, buisleidin-
gen, pompen)
●
Materiaalmoeheid
13