Inhoudsopgave
Advertenties
Meetgrootheden en bedieningsmenu's voor amperometrische sensoren
–
Het inlopen van de sensoren kan
een volledige werkdag duren.
Noodzakelijkheid van de nul‐
puntkalibrering
Een kalibrering van het nulpunt is in
de regel niet noodzakelijk. Een nul‐
puntkalibrering is alleen noodzakelijk
wanneer de sensor in de buurt van de
onderste meetbereikgrens wordt
gebruikt of wanneer de 0,5 ppm-
variant van een sensor wordt
gebruikt.
Tijdens de kalibrering stelt de
DULCOMETER
®
D1Cb / D1Cc de instel‐
uitgangen in op 0. Uitzondering: wanneer
er een grondlast of een handmatige stel‐
grootte is ingesteld blijft deze actief. De
normsignaaluitgangen mA worden op de
actuele stand gehandhaafd. Als DPD-
waarde wordt de sinds het starten van de
kalibrering gehandhaafde meetwaarde
voorgesteld. De DPD-waarde kan met de
pijltjestoetsen worden ingesteld. Een kali‐
brering is alleen mogelijk als de DPD-
waarde ≥ 2 % van het meetbereik van de
sensor bedraagt.
76
Kalibrering van nulpunt en
7.6.2
steilheid
AANWIJZING!
Voorwaarden voor een juiste kalibre‐
ring van de sensorsteilheid
–
De DPD-methode die op basis
van het gebruikte doseermedium
is vereist, wordt gebruikt.
–
De inlooptijd voor de sensor werd
in acht genomen.
–
Er is sprake van een toegestane
en constante doorstroomhoeveel‐
heid bij de doorstroomsonde.
–
Er bestaat een temperatuureven‐
wicht tussen de sensor en het
meetwater.
–
Er is sprake van een constante
pH-waarde binnen het toege‐
stane bereik.
Advertenties
Inhoudsopgave
