9.4.16 MP 204 display
Regel 1: Stel in of de cos waarde moet worden
weergegeven in het MP 204 display door middel van
de
toets. Zie paragraaf 7.1.3.
cos :
•
Insch. (fabrieksinstelling)
•
Uitsch.
Regel 2: Stel in of waarschuwingen moeten worden
weergegeven in het display.
Waarschuwing:
•
Insch.
•
Uitsch. (fabrieksinstelling).
Als weergave van waarschuwingen actief is, zal het
MP 204 display van standaardweergave (d.w.z.
stroom) naar waarschuwingscodeweergave schake-
len wanneer de grenswaarde is overschreden.
De resterende waarden kunnen nog steeds worden
uitgelezen door middel van de
Zie paragraaf 7.1.3.
9.4.17 GENIbus ID nummer
Stel ID nummer in.
Als diverse units op dezelfde GENIbus zijn aangeslo-
ten moet aan iedere unit een uniek ID nummer wor-
den toegekend.
Fabrieksinstelling:
•
– (geen nummer toegekend).
9.4.18 Leerfunctie
De leerfunctie is actief tot de motor minimaal
120 seconden in bedrijf is. De stip aan de rechter-
zijde van het MP 204 display knippert.
Tijdens het opslaan van de gemeten waarden ver-
schijnt "LRN" in het MP 204 display.
Driefasenbedrijf:
•
•
Eénfasebedrijf:
•
•
toets.
N.B.: De leerfunctie wijzigt naar "niet actief" wanneer
de metingen zijn uitgevoerd.
•
•
Accepteert de actuele fasenvolgorde als correct.
Als een Pt100/Pt1000 sensor aangesloten is wor-
den de kabelimpedanties naar de sensor geme-
ten.
Aanloop- en bedrijfscondensatoren worden
gemeten.
Als een Pt100/Pt1000 sensor aangesloten is wor-
den de kabelimpedanties naar de sensor geme-
ten.
Insch. (fabrieksinstelling)
Uitsch.
29