3. Verwijder de bouten (4), de vonkenvanger (5)
en de pakking (6) van de uitlaatdemper (7).
4. Gebruik een borstel om koolaanslag van het
gaas van de vonkenvanger (8) te verwijderen.
Pas op en zorg dat het gaas van de vonkenvanger
niet wordt beschadigd. De vonkenvanger mag
geen scheurtjes of gaten vertonen. Vervang als
dat nodig is.
5. Monteer de vonkenvanger en de nieuwe
pakking in de uitlaatdemper en zet de bouten
vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment:
10 N·m (1,0 kgf·m)
6. Installeer de beschermer van de uitlaatdemper
en lijn de sleuven (9) uit met de lippen (10) op
de uitlaatdemper. Breng de schroef en bus van
de bescherming van de uitlaatdemper aan en
draai de schroef vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment:
9 N·m (0,9 kgf·m)
7. Plaats de zijkap rechts terug (pagina 44).
78
(5)
(4)
(4) Bouten
(5) Vonkenvanger
(8) Gaas vonkenvanger
(6)
(7)
(6) Pakking
(7) Uitlaatdemper
(8)