Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Explosie-Goedkeuring; Beschermingsklasse - Wilo EMU TR/E 50-2 Series Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

13.3

Explosie-goedkeuring

13.3.1
Aanduiding van explosie-goedge-
keurde roerwerken
13.3.2

Beschermingsklasse

13.3.3
Toepassing
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-EMU TR/TRE 50-2 ... 120-1
Bijlage
rakteristiek zorgt ervoor dat de uitgangsspanning bij frequenties lager dan de nominale
frequentie (50 Hz of 60 Hz) aan het gevraagde vermogen van het roerwerk wordt aan-
gepast. Nieuwere frequentieomvormers bieden ook een automatische energie-optima-
lisatie; met deze automatische prestatie wordt hetzelfde effect bereikt. Neem voor de
instelling van de frequentieomvormer de inbouw- en bedieningsvoorschriften van de
frequentieomvormer in acht.
Bij motoren die met een frequentieomvormer worden gevoed, kunnen storingen van de
bewaking van de motor optreden. De volgende maatregelen kunnen deze storingen te-
rugbrengen of voorkomen:
ƒ
Houd grenswaarden van spanningspieken en stijgingssnelheden conform
IEC 60034-25 aan. Bouw indien nodig het uitgangsfilter in.
ƒ
Varieer de pulsfrequentie van de frequentieomvormer.
ƒ
Gebruik bij storing van de interne bewaking van de afdichtingsruimte de externe
dubbele staafelektrode.
De volgende constructiemaatregelen kunnen tot het terugbrengen of voorkomen van
storingen bijdragen:
ƒ
Gescheiden aansluitkabels voor hoofd- en besturingskabel (afhankelijk van de con-
structieve afmeting van de motor).
ƒ
Bij de installatie voldoende afstand tussen hoofd- en besturingskabel aanhouden.
ƒ
Gebruik van afgeschermde aansluitkabels.
Samenvatting
ƒ
Min./max. frequentie bij continu bedrijf:
Asynchroonmotoren: 30 Hz tot nominale frequentie (50 Hz of 60 Hz)
Permanente magneetmotoren: 30 Hz tot aangegeven maximale frequentie vol-
gens typeplaatje
LET OP! Hogere frequenties zijn na contact met de servicedienst mogelijk.
ƒ
Neem extra maatregelen met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit
in acht (keuze frequentieomvormer, filter gebruiken enz.).
ƒ
Nooit de nominale stroom en het nominaal toerental van de motor overschrijden.
ƒ
Aansluiting voor bimetaal- of PTC-sensor.
Dit hoofdstuk bevat aanvullende informatie voor het bedrijf van het roerwerk in een ex-
plosieve atmosfeer. Het volledige personeel moet dit hoofdstuk lezen. Dit hoofdstuk
geldt alleen voor roerwerken met een Ex-goedkeuring!
Voor het gebruik in een explosieve atmosfeer moet het roerwerk als volgt op het type-
plaatje worden gemarkeerd:
ƒ
"Ex"-symbool van de desbetreffende goedkeuring
ƒ
Explosie-classificatie
ƒ
Certificeringsnummer (afhankelijk van de goedkeuring)
Het certificeringsnummer is, voor zover dit bij de goedkeuring vereist is, op het ty-
peplaatje geprint.
De constructieve uitvoering van de motor komt overeen met de volgende bescher-
mingsklassen:
ƒ
Drukvaste kapseling (ATEX)
ƒ
Explosionproof (FM)
ƒ
Flameproof enclosures (CSA-EX)
De motor moet minimaal uitgerust zijn met een temperatuurbegrenzer (temperatuur-
bewaking 1 circuit) om de oppervlaktetemperatuur te beperken. Een temperatuurrege-
ling (temperatuurbewaking 2 circuits) is mogelijk.
ATEX-certificering
De roerwerken zijn geschikt voor het bedrijf in explosieve zones:
ƒ
Toestelgroep: II
ƒ
Categorie: 2, zone 1 en zone 2
De roerwerken mogen niet in zone 0 worden gebruikt!
nl
45

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave