Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Tijdens Het Bedrijf - Wilo EMU TR/E 50-2 Series Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

7.7

Tijdens het bedrijf

Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-EMU TR/TRE 50-2 ... 120-1
Inbedrijfname
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel door een draaiende propeller!
In het werkgebied van het roerwerk mogen geen personen aanwezig zijn. Er bestaat
gevaar voor letsel!
• Markeer het werkgebied en sluit het af.
• Schakel het roerwerk in als er geen personen in het werkgebied aanwezig zijn.
• Schakel het roerwerk direct uit als personen het werkgebied betreden.
Controleer de volgende punten regelmatig:
ƒ
Het roerwerk is vrij van afzettingen en verroestingen.
ƒ
Aansluitkabel is niet beschadigd.
ƒ
Minimale waterdekking is gewaarborgd.
ƒ
Rustige en trillingsarme loop.
ƒ
Max. schakelfrequentie wordt niet overschreden.
ƒ
Toleranties netaansluiting:
Bedrijfsspanning: +/- 10 %
Frequentie: +/- 2 %
Opgenomen stroom tussen de afzonderlijke fasen: max. 5 %
Spanningsverschil tussen de afzonderlijke fasen: max. 1 %
Verhoogd stroomverbruik
Afhankelijk van het medium en de aanwezige stromingsvorming kunnen er kleine
schommelingen bij het stroomverbruik ontstaan. Een constant verhoogd stroomver-
bruik duidt op een gewijzigde dimensionering. De oorzaken voor een gewijzigde dimen-
sionering kunnen zijn:
ƒ
Wijziging van de viscositeit en dichtheid van het medium, bijv. door een gewijzigde
toevoeging van polymeren of neerslagmiddelen. VOORZICHTIG! Deze wijziging kan
tot een sterk verhoogd verbruik en zelfs tot overbelasting leiden!
ƒ
Onvoldoende mechanische reiniging vooraf, bijv. vezelige en abrasieve bestandde-
len.
ƒ
Niet-homogene stromingsverhoudingen door installaties of omleidingen in de be-
drijfsruimte.
ƒ
Trillingen door belemmerde bassintoevoer en -afvoer, gewijzigde luchtinvoer (venti-
latie) of onderlinge beïnvloeding door meerdere roerwerken.
Controleer de dimensionering van de installatie en neem tegenmaatregelen. VOOR-
ZICHTIG! Een constant verhoogd stroomverbruik kan leiden tot slijtage van het
roerwerk! Neem contact op met de servicedienst voor verdere hulp.
Bewaking van de mediumtemperatuur
De mediumtemperatuur mag niet lager worden dan 3 °C. Wanneer de mediumtempera-
tuur lager is dan 3 °C wordt het medium dikker en kan breuken op de propeller veroor-
zaken. Zorg voor een automatische temperatuurmeting met waarschuwing vooraf en
uitschakeling als de mediumtemperatuur lager kan worden dan 3 °C.
Bewaking minimale wateronderdompeling
Tijdens het bedrijf mag de propeller niet boven het medium uitkomen. De specificaties
met betrekking tot de minimale wateronderdompeling moeten absoluut worden ge-
volgd! Monteer een niveaubewaking als de niveaus erg schommelen. Schakel het roer-
werk uit als de minimale wateronderdompeling niet wordt gehaald.
nl
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave