In deze schermen kan alleen het alarm aan of uitgeschakeld worden. De weergegeven alarmgrenzen zijn
berekende alarmgrenzen en zijn o.a. afhankelijk van de ingestelde staltemperatuurgrenzen en de ingestelde
temperatuur van de regeling zelf.
ALARM GROEPEN VENTILATIE
Als de meetventilator wordt uitgeschakeld heeft deze geen invloed meer op de sturing en de alarmering van de
hoofdventilatiegroep. Alleen bij kleppen, die zijn aangesloten op een DMS module, kunt u het ventilatiealarm
aan/uit zetten.
KOELING
De alarmgrenzen kunnen per koelingen afzonderlijk worden ingesteld.
OVERIGE
CL-5400-G-NL02000
Verschijnt alleen indien er meet-
ventilatoren zijn geïnstalleerd.
4. KLIMAATREGELINGEN
27
39
-