4. KLIMAATREGELINGEN
Instelling regenniveau
Stelt hier in vanaf welk regenniveau de regeling actief moet worden (1= kleine regenbui, 9 = zware stortbui).
Wacht na regenbui
Na een regenbui wacht de CL-5400 een bepaalde tijd voordat de kleppen weer op basis van temperatuur worden
aangestuurd. De wachttijd kunt u op deze regel invullen. Daarnaast wordt de resterende wachttijd weergegeven
(wordt alleen weergegeven na een regenbui).
Maximum ventilatie
Indien geen windsensor (meteostation) aan is, kunt u hier de maximum stand van de gordijnen instellen.
Windzijde / dwarszijde
Vul hier, voor de windzijde, de maximale klepstand bij regen in. Wanneer het regenniveau boven de ingestelde
drempel komt ("Instelling regenniveau") en de windsnelheid boven de ingestelde waarde ("Vanaf") dan wordt de
maximale klepstand begrensd op de ingestelde waarde ("Max.vent."). Voor zowel de windzijde alsook voor de
dwarszijde kan een afzonderlijke waarde worden ingesteld.
Vanaf
Vul hier de windsnelheid in waarbij de gordijnen de "maximale regen stand" moeten innemen.
Max. vent.
Vul hier de maximale stand bij regen in. Daarnaast wordt naast de momentele windsnelheid ook de momentele
windrichting in dit scherm weergegeven.
INVLOED REGEN (PER VENTILATIEGROEP INSTELBAAR)
MET METEOSTATION
23
39
CL-5400-G-NL02000
-