VENTILATIEGROEPEN (zonder ventilatoren groep)
INSTELLING TEMPERATUUR
De temperatuur waarop de ventilatiegroep regelt, deze instelling is altijd relatief ten opzichte van de stal-
temperatuur. Achter de temperatuur instelling wordt de berekende temperatuur.
BANDBREEDTE
De bandbreedte bepaalt de 'gevoeligheid' van de regeling. Met een te kleine bandbreedte reageert de computer
feller op een temperatuurstijging/daling. Dit is niet goed voor het stalklimaat. Er ontstaan zo te veel
schommelingen in de ventilatie.
MINIMALE EN MAXIMALE KLEPOPENING
De minimale en de maximale klepopening kan hier ingesteld worden.
MOMENTELE TEMPERATUUR
Op deze regel wordt de momentele gemiddelde temperatuur weergegeven waarop de ventilatiegroep regelt.
BEREKENDE KLEPOPENING
Aan de hand van de momentele temperatuur, de bandbreedte, de minimale en maximale klepopening wordt de
actuele klepopening berekende.
MOMENTELE KLEPOPENING
Op deze regel wordt de momentele klepopening van de ventilatiegroep weergegeven.
AQC-KLEP
De diafragmaklep regelt op basis van de berekende ventilatie van 1
100% en is niet instelbaar.
De ventilatiegroepen "Links", "Rechts", "Voor" en "Achter" zijn, wat betreft de instellingen, identiek en worden
allen op overeenkomstige wijze ingesteld.
CL-5400-G-NL02000
Momenteel
Minimum
Minimum
Uitgang
bij ventilatie
ventilator
ste
ventilator. De maximale klepstand bedraagt
4. KLIMAATREGELINGEN
Noodstop actief
Maximum = 100%
Ventilatie [%]
Maximum
bij ventilatie
11
39
-