Netwerk
Wi‑Fi Protected Setup handmatig configureren
Opmerking: Controleer of het toegangspunt (draadloze router) gecertificeerd is voor WPS (Wi‑Fi Protected Setup).
Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Als uw printer of apparaat nog niet is geconfigureerd voor een draadloze verbinding en u wilt de configuratie uitvoeren
met WPS, drukt u op knop WPS op de draadloze router. Controleer of er een bericht wordt weergegeven op het
bedieningspaneel van de printer dat u de WPS-configuratie moet opgeven. Het kan enige tijd duren voor het bericht
wordt weergegeven. Als er na 30 seconden niets is gebeurd, voert u een van de volgende handelingen uit:
C
ONFIGURATIEMETHODE MET DRUKKNOP GEBRUIKEN
1
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
>Instellen >
>Draadloos >
2
Volg de aanwijzingen op de display.
C
ONFIGURATIE MET PINCODE GEBRUIKEN
1
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
>Instellen >
>Draadloos >
2
Volg de aanwijzingen op de display.
Beveiliging configureren
Eenvoudige draadloze netwerken vereisen WEP-sleutels of een vooraf gedeelde sleutel/wachtwoord voor WPA/WPA2.
Mogelijk hebben deze netwerken zelfs helemaal geen beveiliging. Geavanceerdere draadloze netwerkbeveiliging
vereist mogelijk een of meer certificaten en een verificatieserver. Als voor het netwerk een certificaat vereist is en u
dit niet hebt, vult u het formulier voor certificaataanvraag in van Wireless Setup Utility en volgt u de procedure van uw
bedrijf voor het aanvragen van een certificaat voor netwerktoegang.
Hieronder volgt de lijst met ondersteunde typen beveiliging voor draadloze netwerken en de bijbehorende vereisten:
WEP
•
WEP-sleutel (tot vier sleutels kunnen vereist zijn)
•
Standaardsleutel voor WEP-verzending (als meer dan één WEP-sleutel wordt geconfigureerd, wordt hiermee
aangegeven welke moet worden gebruikt)
WPA Personal, WPA2‑Personal of WPA2‑Enterprise
•
Vooraf gedeelde sleutel
•
Codering (AES of TKIP)
EAP‑MD5, MSCHAPv2 of LEAP
•
RADIUS-gebruikersnaam
•
RADIUS-wachtwoord
>Netwerkconfiguratie >
>Wi‑Fi Protected Setup >
>Netwerkconfiguratie >
>Wi‑Fi Protected Setup >
>Draadloos 802.11b/g/n >
>WPS PBC-modus >
>Draadloos 802.11b/g/n >
>WPS PIN-modus >
>Netwerkverbinding instellen >
>Netwerkverbinding instellen >
104