FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN
MOTOR OVERVERHIT
Controleer of er ononderbroken water uit de indicatieopening van de waterpomp stroomt. Als er geen of een
onderbroken straal water uit de waterpomp-indicatieopening komt, stopt u de motor en controleert u of de
koelwaterinlaatopeningen verstopt zijn. Als er geen verstopping wordt gevonden, kan er een blokkering zijn
opgetreden in het koelsysteem of de waterpomp. Laat de buitenboordmotor door uw dealer nakijken. Als de
motor in oververhitte toestand wordt gebruikt, loopt hij schade op.
NB: Als er oververhitting optreedt en u daardoor gestrand bent, zet u de motor uit en laat u hem afkoelen.
Hierdoor is het meestal mogelijk om de motor weer enige tijd op lage snelheid (stationair) te laten lopen voordat
hij weer oververhit raakt.
TOERENTALBEGRENZER
Als het motortoerental hoger is dan 6400 omw/min, wordt de toerentalbegrenzer ingeschakeld. Het
ontstekingsmoment op de motor wordt even vertraagd om draaien boven deze grens te voorkomen.
Een te hoog toerental van de motor kan onder meer worden veroorzaakt door:
•
Een schroef die boven het water uitsteekt
•
Een schroef met een onjuiste spoed of diameter
•
Slippen in de schroefnaaf
•
Buitenboordmotor te hoog op de spiegel gemonteerd.
•
Buitenboordmotor voorbij de verticale stand gekanteld.
•
Cavitatie van de schroef in ruw water of door obstructie in het onderwaterschip
Trimvinnen afstellen
Een op de schroef uitgeoefend stuurmoment zal de boot in één richting doen trekken. Zo'n stuurmoment ontstaat
als de verticale hoek van de buitenboordmotor niet goed is ingesteld en de schroefas daarom niet parallel staat
aan het wateroppervlak. De trimvin kan zo'n stuurmoment vaak helpen compenseren en deze kan binnen
bepaalde grenzen worden afgesteld om een eventueel ongelijke stuurkracht te verminderen.
Laat uw boot met normale kruissnelheid varen, met de buitenboordmotor ingesteld op de juiste bedrijfshoek.
Draai de boot naar links en rechts en kijk in welke richting de boot het gemakkelijkst draait.
31982
40