1
1
2
P2
P1
3
4
1 Unit
2 Achterste deel van de afstandsbediening
3 Voorste deel van de afstandsbediening
4 Bedraad vanaf de achterkant
5 Bedraad vanaf de bovenkant
6 Gebruik nijptangen om het deel van de bedrading hierdoor
te leiden
Sluit de aansluitpunten van de afstandsbediening en de
aansluitpunten in de unit (P1 op P1, P2 op P2) zoals op
bovenstaande afbeelding getoond.
LET OP
De bedrading moet weg van de bedrading van
de stroomtoevoer worden geleid om elektrische
storingen (externe interferentie) te voorkomen.
Strip de mantel af voor het deel dat
door
de
behuizing
afstandsbediening moet gaan ( l ).
4
Breng het bovenste deel van de afstandsbediening weer aan.
VOORZICHTIG
Let op dat u de bedrading tijdens het monteren niet
klemt.
Begin met bevestigen vanaf de klemmen
aan de onderkant.
Hoe aansluiten voor meerdere units
INFORMATIE
Om meerdere units te bedienen, sluit de afstandsbediening
aan op de unit zoals hierboven beschreven. Om alle andere
units met deze bediening te kunnen bedienen, moet elke
volgende unit aangesloten worden op de manier getoond
op de afbeelding hieronder (dit betekent: sluit P1 van de
vorige unit aan op P1 van de volgende unit, sluit P2 van de
vorige unit aan op P2 van de volgende unit, enz.).
P1
P2
P1
Afstandsbediening
P1
P2
Beperking:
16 printplaten
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
15
6
P2
P1
5
binnenkant
van
de
van
de
P2
P1
P2
EWA/YQ016~032 telt als 1 printplaat
EWA/YQ040~064 telt als 2 printplaten
4.7. Optionele uitrustingen of apparatuur monteren
Om de optionele uitrustingen of apparatuur te monteren, raadpleeg
de montagehandleiding die met de optionele uitrustingen of
apparatuur is meegeleverd of de bijlagen die met deze koeler werden
meegeleverd.
5.
D
E KOELER IN BEDRIJF STELLEN
5.1. Controleren of de installatie voltooid is
WAARSCHUWING
Schakel de voeding uit voordat u aansluitingen uitvoert.
Controleer de volgende punten na de installatie van de unit:
1
Lokale bedrading
Controleer of de lokale bedrading volgens de in hoofdstuk
"4.6.5. De elektrische voeding en de communicatiekabel(s) van
de unit aansluiten" op pagina 13 beschreven instructies en
richtlijnen is uitgevoerd, volgens de bedradingschema's en
volgens de Europese en nationale regelgevingen.
2
Zekeringen en beveiligingen
Controleer of het type en de waarde van de zekeringen en
andere lokaal geïnstalleerde beveiligingen overeenstemmen
met de vereisten vermeld in het hoofdstuk "Elektrische
specificaties" op pagina 24. Zorg ervoor dat er geen zekering of
beveiliging is overgeslagen.
3
Aarding
Zorg ervoor dat de aardkabels correct zijn aangesloten en de
aardklemmen stevig zijn vastgemaakt.
4
Interne bedrading
Controleer of er geen losse aansluitingen of beschadigde
elektrische componenten in de schakelkast en binnenin de unit
zichtbaar zijn.
5
Montage
Controleer of de unit correct is geïnstalleerd om abnormale
geluiden en trillingen te voorkomen bij het opstarten van de unit.
6
Beschadigde onderdelen
Controleer de binnenkant van de unit op beschadigde
onderdelen of platgedrukte leidingen.
7
Koelmiddellek
1
Controleer de binnenkant van de unit op koelmiddellekken.
Indien het koelmiddel lekt, tracht de lek te herstellen (aftappen,
herstellen en vacumeren vereist). Indien het voor u onmogelijk is
om zelf reparaties uit te voeren, neem contact op met uw
plaatselijke vertegenwoordiger.
Raak met blote handen enz. geen koelmiddel aan dat uit de
aansluitingen van de koelmiddelleidingen is gelekt.
U kunt daardoor vrieswonden oplopen.
8
Waterlekken
Controleer de binnenkant van de unit op waterlekken. Indien er
een waterlek is, tracht de lek te herstellen. Indien het voor u
onmogelijk is om zelf het lek te herstellen, sluit dan de
watertoevoer en de afsluitkleppen van de wateruitgangen en
neem contact op met uw plaatselijke verdeler.
9
Voedingsspanning
Controleer de voedingsspanning op het lokale voedingspaneel.
De spanning moet overeenkomen met de spanning op het
identificatieplaatje van de unit.
EWAQ016~064BAW + EWYQ016~064BAW
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroep
4PW70082-1C – 2013.07