3.5. Het werk met betrekking tot de waterleidingen
voorbereiden
De units zijn uitgerust met een waterinlaat en -uitlaat die worden
aangesloten op een watercircuit. Deze kring moet door een erkend
technicus te worden en dient te voldoen aan de toepasselijke
wetgevingen.
LET OP
De unit mag alleen in een gesloten-watersysteem worden
gebruikt. Gebruik in een open-watercircuit kan leiden tot
overmatig roesten van de waterleiding.
Controleer de volgende punten vooraleer de montage van de unit
verder te zetten:
Bij de unit worden twee afsluitkleppen geleverd. Om ervoor te
zorgen dat de unit gemakkelijk onderhouden kan worden, voer
de montage uit zoals uitgelegd in "4.5.2. De kit met de
afsluitklep monteren" op pagina 10.
Alle lage punten van het systeem moeten worden voorzien van
afvoerstoppen om het circuit volledig te kunnen laten leeglopen.
Er is een aftapkraan voorzien in de unit.
Voorzie ontluchtingen op alle hoge punten in het systeem. De
ontluchtingspunten moeten zich op gemakkelijk toegankelijke
punten bevinden. De unit is voorzien van een automatische
ontluchting. Controleer of deze ontluchtingsklep niet te strak is
vastgedraaid
zodat
automatische
watercircuit mogelijk blijft. Zie "[E-04] Enkel de pomp werkt (om
te ontluchten)" op pagina 22.
Zorg dat de onderdelen in de lokale leidingen bestand zijn tegen
de waterdruk (maximum 3 bar + statische druk van de pomp).
-
Voor units met een standaard pomp geïnstalleerd
(EWA/YQ*BAWP), zie afbeelding 15
External static pressure= Externe statische druk
Water flow= Waterdebiet
-
Voor units met een optionele pomp met hoge statische druk
geïnstalleerd (EWA/YQ*BAWH), zie afbeelding 16
External static pressure= Externe statische druk
Water flow= Waterdebiet
-
Voor units zonder pomp (EWA/YQ*BAWN), zie afbeelding 17
Pressure drop= Drukval
Water flow= Waterdebiet
WAARSCHUWING
Voor een goede werking van het systeem moet
een regelklep in het watersysteem worden
geïnstalleerd. De regelklep regelt de water-
doorstroming in het systeem (lokaal te voorzien).
Een debiet buiten de curven selecteren kan de
unit beschadigen of een storing erin veroorzaken.
Raadpleeg ook tabel "Technische specificaties"
op pagina 24.
De maximum watertemperatuur in de waterleidingen bedraagt
50°C (instelling veiligheidsapparaat).
Gebruik altijd materialen die compatibel zijn met het water van
het systeem en met de materialen van de unit.
(De
buisfittings
van
platenwarmtewisselaars zijn in roestvrij staal 316, de platen zijn
onderling gelast met koper en de kast van de optionele pomp is
in gietijzer).
Selecteer een leidingdiameter die is afgestemd op het vereiste
waterdebiet en de beschikbare externe statische druk (ESP) van
de pomp.
De aanbevolen diameter van de waterleidingen bedraagt:
-
voor de units 016~032: 1-1/4"
-
voor de units 040~064: 2"
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
5
ontluchting
van
de
unit
zijn
in
messing,
Het vereiste minimum waterdebiet voor de unit staat vermeld in
de volgende tabel.
EWA/YQ016 ~ 025
EWA/YQ032
EWA/YQ040 + 050
EWA/YQ064
Wanneer het waterdebiet onder deze minimumwaarde ligt,
verschijnt debietfoutmelding A6 en wordt de unit stilgelegd.
LET OP
Het is ten zeerste aangewezen om een bijkomende filter
op de waterkring te monteren. Om daarbij stukjes metaal
afkomstig uit de lokale waterleidingen te verwijderen, wordt
geadviseerd een magneet- of cycloonfilter te gebruiken om
fijne deeltjes te verwijderen. Kleine deeltjes kunnen de unit
beschadigen en worden niet door de standaardfilter van de
unit verwijderd.
3.6. Het leggen van de elektrische bedrading
voorbereiden
WAARSCHUWING: elektrische installatie
Alle lokale bedrading en componenten moeten worden
het
geïnstalleerd door een installateur en moeten voldoen aan
de geldende wetgeving.
GEVAAR: ELEKTRISCHE SCHOK
Zie "2. Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het
monteren" op pagina 3.
WAARSCHUWING
In de vaste bedrading moet een hoofdschakelaar of een
andere
contactscheiding in alle polen, aanwezig zijn die voldoet
aan de geldende wetgeving.
Werk alleen met koperdraad.
Alle lokale bedradingen moeten worden uitgevoerd in
overeenstemming met het bedradingsschema dat met de
unit is meegeleverd en met de onderstaande instructies.
Plet nooit gebundelde kabels en zorg ervoor dat ze niet
in contact komen met de niet-geïsoleerde leidingen of
scherpe randen. Zorg dat er geen externe druk wordt
uitgeoefend op de klemaansluitingen.
Stroomtoevoerkabels moeten op een veilige wijze zijn
bevestigd.
Als de voeding een ontbrekende of een verkeerde
nulfase heeft, zal de apparatuur defect raken.
Zorg voor een aarding. Aard het toestel niet op een
nutsleiding, een spanningsbeveiliging of een telefoon-
aarding. Onvolledige aarding kan elektrische schokken
veroorzaken.
de
Installeer altijd een aardlekbeveiliging in overeen-
stemming met de geldende wetgeving. Anders bestaat
het gevaar dat iemand een elektrische schok krijgt of dat
er brand ontstaat.
Gebruik een afzonderlijk voedingscircuit. Gebruik nooit
een voedingscircuit dat moet worden gedeeld met
andere apparatuur.
Let er bij de installatie van de aardlekbeveiliging op dat
hij compatibel is met de inverter (bestand tegen
elektrische ruis met hoge frequentie) om ongewenst
activeren van de aardlekbeveiliging te voorkomen.
= 21 l/min
= 32 l/min
= 42 l/min
= 64 l/min
manier
om
te
onderbreken,
EWAQ016~064BAW + EWYQ016~064BAW
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroep
4PW70082-1C – 2013.07
met
een