7.
Afsluitkleppen (ter plaatse te monteren)
Met de afsluitkleppen op de waterinlaataansluiting en de
wateruitlaataansluiting kan het watercircuit van de unit worden
afgesloten van het residentieel watercircuit. Dit vergemakkelijkt
het aflaten en vervangen van het filter van de unit.
8.
Aansluiting van waterinlaat
9.
Aansluiting van wateruitlaat
10. Aftap- en vulkraan
11. Waterfilter
Het waterfilter verwijdert verontreinigingen uit het water om
schade aan de pomp of verstopping van de verdamper te
voorkomen. Maak het waterfilter op regelmatige tijdstippen
schoon. Zie "5.5. Onderhoud" op pagina 23.
12. Manometer
De manometer geeft de waterdruk in het watercircuit aan.
13. Stromingsschakelaar
De stromingsschakelaar controleert de stroming in het
watercircuit en beschermt de warmtewisselaar tegen bevriezing
en de pomp tegen beschadiging.
14. Pomp
De pomp circuleert het water in het watercircuit.
15. Drukveiligheidsklep
De drukveiligheidsklep voorkomt een te hoge waterdruk in het
watercircuit door open te gaan vanaf een druk van 3 bar en wat
water te laten ontsnappen.
16. Ingang voor de elektrische voeding (PS)
17. Ingang voor de bedrading onder hoge spanning (HV)
18. Ingang voor de bedrading onder lage spanning (LV)
Functioneel schema van het hydraulisch vak (paneel 3)
A
1
2
C
11
5
6
8
D
EWAQ*P*, EWYQ*P*,
EWAQ*H*, EWYQ*H*
15
10
1 Afsluitklep wateruitlaat
2 Terugslagklep
3 Stromingsschakelaar
4 Ontluchtingsklep
5 Expansievat
6 Filter
7 Veiligheidsklep
8 Drukveiligheidsklep
9 Manometer
10 Aflaatpoort
11 Afsluitklep waterinlaat
12 Elektronische expansieklep
13 Platenwarmtewisselaar
14 Zie het schema van de leidingen van de buitenmodule
15 Pomp
R11T~R14T Temperatuursensoren
A Waterzijde
B Koelmiddelzijde
C Wateruitlaat (ter plaatse te monteren)
D Waterinlaat (ter plaatse te monteren)
E Enkel voor P-modellen
F Stroming van het koelmiddel in de stand koelen
G Stroming van het koelmiddel in de stand verwarmen
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
9
3
4
B
R11T
R14T
E
7
13
9
6
12
R12T
R13T
2
EWAQ*N*,
F
EWYQ*N*,
G
10
Schakelkast van het hydraulisch vak (paneel 1)
1
5
4
1.
Hoofdprintplaat (meester)
De meesterhoofdprintplaat regelt de werking van de unit.
2.
Hoofdprintplaat (slaaf)
(Enkel voor EWAQ040~064-* en EWYQ040~064-*units.)
3.
Printplaat regeling
4.
Input-printplaat (optioneel)
5.
Input-printplaat (optioneel)
(Enkel voor EWAQ040~064-* en EWYQ040~064-*units.)
6.
Klemmenblok X1M
7.
Klemmenblok X2M
Klemmenblok lokale bedrading om hoge spanningen aan te
sluiten.
14
8.
Klemmenblok X3M
Klemmenblok lokale bedrading om lage spanningen aan te
sluiten.
9.
Klemmenblok X4M
10. Hoofdschakelaar
Laat toe om de lokale bedrading voor de elektrische voeding
aan te sluiten.
11. Pomprelais K1P
(Enkel voor EWAQ*BAW(P/H)-* en EWYQ*BAW(P/H)-*units.)
12. Overstroomrelais voor pomp K1S
Het overstroomrelais beschermt de pompmotor bij een
overbelasting, fasestoring of te lage spanning. De instelling van
het relais gebeurt in de fabriek en mag niet worden gewijzigd.
Als het relais is geactiveerd moet het worden teruggesteld in de
schakelkast, waarna ook de besturing manueel dient te worden
teruggesteld.
(Enkel voor EWAQ*BAW(P/H)-* en EWYQ*BAW(P/H)-*units).
13. Bevestigingen voor kabelbinders
Met de bevestigingen voor kabelbinders kan de lokale bedrading
met kabelbinders aan de schakelkast worden bevestigd voor
trekontlasting.
LET OP
Het elektrische bedradingsschema vindt u op de
binnenkant van het deksel van de schakelkast.
3
2
11
8
9
7
13
12
EWAQ016~064BAW + EWYQ016~064BAW
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroep
4PW70082-1C – 2013.07
6
10