9.1.1 Specificatie en berekening van voordruk
Hf
H
Pb
Afb. 5
Schematisch overzicht van open
systeem met een CR pomp
Berekening van voordruk
Bereken de maximale opvoerhoogte "H" in meter als
volgt:
H
= Pb x 10,2 - NPSH - Hf - Hv - Hs
Pb
= Barometrische druk in bar.
Voor de barometrische druk kan 1 bar
worden aangehouden. In gesloten
systemen geeft Pb de systeemdruk in
bar aan.
(10 bar = 1 MPa)
NPSH = De NPSH-waarde in meter opvoer-
hoogte, te vinden in de NPSH-curve in
de bijlage* (bij het hoogste debiet dat de
pomp zal leveren).
*
Link naar bijlage, zie paragraaf
lage met
NPSH-curven.
Hf
= Wrijvingsverlies in de aanzuigleiding in
meter opvoerhoogte bij het hoogste
debiet dat de pomp zal leveren.
Hv
= Dampdruk voor water in m opvoer-
hoogte. Zie afb. 6. Als de verpompte
vloeistof geen water is, gebruikt u de
dampdruk van de vloeistof die wordt
verpompt.
tm
= Vloeistoftemperatuur.
Hs
= Veiligheidsmarge = minimaal 0,5 meter
opvoerhoogte.
NPSH
Hv
Biji-
tm
(°C)
190
180
170
160
150
140
130
120
110
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
Afb. 6
Dampdruk voor water in m opvoer-
hoogte
Als de berekende "H" positief is, kan de pomp functi-
oneren bij een opvoerhoogte van maximaal "H"
meter.
Als de berekende "H" negatief is, dan is een voor-
druk van minimaal "H" meter opvoerhoogte nodig.
De druk moet gelijk zijn aan de berekende "H" tij-
dens bedrijf.
Voorbeeld:
Pb = 1 bar.
Pomptype: CR 15, 50 Hz.
3
Debiet: 15 m
/h.
NPSH (zie de bijlage*): 1,1 m opvoerhoogte.
Hf = 3,0 m opvoerhoogte.
Vloeistoftemperatuur: 60 °C.
Hv (zie afb. 6): 2,1 m opvoerhoogte.
H = Pb x 10,2 - NPSH - Hf - Hv - Hs [m opvoer-
hoogte].
H = 1 x 10,2 - 1,1 - 3,0 - 2,1 - 0,5 = 3,5 m opvoer-
hoogte.
Dit betekent dat de pomp kan werken bij een opvoer-
hoogte van maximaal 3,5 meter.
Druk berekend in bar: 3,5 x 0,0981 = 0,343 bar.
Druk berekend in kPa: 3,5 x 9,81 = 34,3 kPa.
*
Link naar bijlage, zie paragraaf
NPSH-curven.
Hv
(m)
126
100
79
62
45
40
35
30
25
20
15
12
10
8,0
6,0
5,0
4,0
3,0
2,0
1,5
1,0
0,8
0,6
0,4
0,3
0,2
0,1
Bijilage met
13