8. Bedrijfscondities
GEVAAR
Explosiegevaar
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Zorg ervoor dat de vereiste minimale
voordruk altijd beschikbaar is.
Zie de installatie- en bedieningsinstructies van de
CR, CRI, CRN:
– http://net.grundfos.com/qr/i/96462123
– http://net.grundfos.com/qr/i/99078486
GEVAAR
Explosiegevaar
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Bedien de pomp niet bij een vloeistof-
temperatuur die hoger is dan de maxi-
male vloeistoftemperatuur (t
staat vermeld op het typeplaatje van de
pomp.
- De berekende maximaal toelaatbare
vloeistoftemperatuur mag niet worden
overschreden.
8.1 Maximale omgevingstemperatuur
De maximale omgevingstemperatuur voor de pomp:
-20 tot +60 °C.
8.2 Maximale vloeistoftemperatuur
Bij normaal bedrijf van de pomp kunnen de hoogste
temperaturen worden verwacht aan het oppervlak
van het pomphuis en bij de asafdichting. De opper-
vlaktetemperatuur volgt normaliter de temperatuur
van de vloeistof.
U kunt de toegestane vloeistoftemperatuur bereke-
nen door de maximaal toelaatbare temperatuur aan
het oppervlak van de pomp tijdens bedrijf op te zoe-
ken in de tabel in paragraaf
en deze te verlagen met de temperatuurbijdrage
voor de asafdichtingen. Zie de tabel in paragraaf
8.3.2 Temperatuur
asafdichting.
Paragraaf
8.3 Temperatuurberekening
diagram dat aangeeft hoe de maximale oppervlakte-
temperatuur afhangt van de vloeistoftemperatuur en
de temperatuurbijdrage van de asafdichting.
10
) die
max
8.3.1 Temperatuurklasse
bevat een
Rekenvoorbeeld
Op basis van de temperatuurbijdrage van een HQQX
asafdichting, mediumklasse 1, asdiameter ∅22 en
druk 2,5 Mpa.
Temperatuurklasse (T4) = 135 °C, zie paragraaf
8.3.1
Temperatuurklasse.
Temperatuurbijdrage van HQQX asafdichting = 24
°C, zie paragraaf
8.3.2 Temperatuur
Veiligheidsmarge voor Groep II = 5 °C volgens de
ATEX-norm.
Resultaat
Maximum toelaatbare vloeistoftemperatuur:
T4-bijdrage van asafdichting-veiligheidsmarge = 135
- 24 - 5 = 106 °C.
Pompen die zijn toegestaan voor het verpompen van
vloeistoffen tot maximaal 150 °C, zijn uitgerust met
een asafdichting in tandemstructuur. In dit geval
moeten de temperatuur en het debiet van de sper-
vloeistof in overeenstemming zijn met de beschrij-
ving in de installatie- en bedieningsinstructies "CR,
CRI, CRN-Dubbele asafdichting (tandem)" op http://
net.grundfos.com/qr/i/96477555.
Zorg ervoor dat de combinatie van CR pomp en
droogloopbeveiliging beschreven staat in het docu-
ment voor explosiebeveiliging volgens richtlijn 1999/
92/EC.
De verantwoordelijkheid voor het controle-
ren van het correcte debiet en de tempera-
tuur van de spervloeistof ligt bij de installa-
teur of eigenaar.
Een verhoogde leksnelheid kan duiden op
beschadigde elastomeren en rubberen
onderdelen in de pomp. Bij sommige typen
vloeistoffen is de lekkage niet zichtbaar
vanwege verdamping.
asafdichting.